2.6 Cellen van planten

Ga naar LessonUp
Log in met je laptop via de onderstaande code!

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga naar LessonUp
Log in met je laptop via de onderstaande code!

Slide 1 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Terugblik

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar bestaat een preparaat NIET uit?
A
Voorwerpglas
B
Dekglas
C
Bovenglas

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bouw van de wortel. Sleep de juiste naam naar het onderdeel. 
wortelharen
hoofdwortel
zijwortel

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Planten hebben ook organen. In welk antwoord staan juiste planten-organen?
A
Wortels, stengels, celkern, vacuole.
B
Stengels, bladeren, wortels, bloemen.
C
Celmembraan, celwand, bladgroenkorrels.
D
Spierstelsel, zenuw- stelsel, bloemen.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een ORGANENSTELSEL bestaat uit een aantal organen die samen een functie hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Statief
Oculair
Preparaat
Sleep de uitleg achter het juiste onderdeel
Hieraan pak je de microscoop vast
Bovenste lens op een microscoop
Twee glasplaatjes met daartussen een voorwerp

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Wortels kunnen:
A
De plant vastzetten in de grond.
B
Voedsel opslaan voor na de winter.
C
Water en mineralen opnemen uit de grond.
D
Alle bovenstaande antwoorden.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de onderdelen van de dierlijke cel naar de goede plek
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Je bekijkt een preparaat, het oculair vergoot 10x en het objectief 4x

Hoe vaak wordt het preparaat vergroot?
A
10x
B
40x
C
100x
D
400x

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Klaar
Laptop dicht of met het scherm naar mij toe draaien!

Slide 12 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Leerdoelen
2.6.12 Je kunt de delen van cellen van planten noemen.


Ook planten bestaan uit cellen. Plantencellen hebben delen die dierlijke cellen niet hebben.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De plantaardige cel
Een plantaardige cel bestaat uit:
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrels

Bladgroenkorrels geven planten hun groene kleur en ze maken voedingsstoffen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vacuole
Een groot deel van een plantaardige cel bestaat uit vocht. Dat vocht zit in een blaasje: de vacuole. Om de vacuole heen ligt het celplasma.

Cel wand
Celkern

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bladgroenkorrels
In het celplasma liggen kleine groene korrels. Dit zijn bladgroenkorrels. Door de bladgroenkorrels hebben planten een groene kleur.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Celwand
Een plantencel heeft een stevig laagje om de cel. Dit is de celwand. De celwand zorgt voor stevigheid. 
Celwand

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk!
Wat? 2.6 Cellen van planten
Opdracht 1 t/m 6

Waar? In je boek op bladzijde 110
Klaar? Socrative maken: PARLAK9685


Slide 21 - Slide

This item has no instructions