07 - V1- Chapitre 1 - G (phrases-clés)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

bonjour - comment ça va?

---> sur ton bureau <---

plenda ✅

livre ✅

cahier ✅

trousse et stylos ✅

aujourd'hui nous sommes le jour / date / mois 2025

PLENDA

pour mardi 29 octobre - 1ere heure

L    phrases-clés G p46

H   A B C D E F

qu'est-ce-qu'on va faire aujourd'hui?

• vous avez des questions (bronF) ?
• terugblik hoe heet dit hoofdstuk nog weer? wat ben je aan het leren? wat moet je straks kunnen? 
• vocabulaire leren
• phrases-clés parler de ta famille

hoe heet dit hoofdstuk nog weer? 

wat heb je al geleerd?

• 80 mots: thème vacances + se présenter + thème famille + les nombres de 0 à 20
• 10 phrases pour te présenter et parler de ta activités
• passé composé lidwoorden 

repetitie chapitre 1

MAAK EEN (LEER)PLAN

tips ter voorbereiding

• Maak extra opdrachten 'le pont' (chapitre 4) - pagina 137- 142
• Een verhaal schrijven (40/50) woorden) waarbij je iemand begroet en jezelf voorstelt en over jouw familie schrijft.
• De lidwoorden le la les un une correct gebruiken en het werkwoord avoir kunnen vervoegen
• De vocabulaire oefenen in SlimStampen (al dan niet met oortjes)
•  Maak het stappenplan chapitre 1 (online) en vul de FICHE D'ÉVALUATION (page 56)

excercice 21c page 39

le code secret

Attention difficile et rapide...

1. 11-14-19-16-4
2. 15-11-1-7-5
3. 12-5-16
4. 18-16-19-3
5. 1-9-4-5-16
6. 4-5-12-1-9-12

1. lourd
2. plage
3. mer
4. truc
5. aider
6. demain

lis le texte globalement

excercice 24a - page 42

tip: onderstreep jouw 'bewijs' in de tekst

lis le texte globalement

tip: onderstreep jouw 'bewijs' in de tekst

in de introductie (vet gedrukt)

in de introductie (vet gedrukt)

in de titel (hoofdletters)

in de titel (hoofdletters)

excercice 24a - page 42

tip: onderstreep jouw 'bewijs' in de tekst

excercice 24b - page 42

1. de jongste van het stel 
2. Lyon 
3. oom en tante 
4. houdt niet van specialiteiten uit Bretagne
5. de hele familie is dol op sport 
6. de kust 

1. j'ai un grand frère + une petite soeur -> middelste ✅
2. Lille ✅
3. mes grands-parents -> mijn grootouders ✅
4. en Bretagne on mange des crèpes (...) c'est délicieux -> dol op ✅
5. ma soeur déteste le surf  -> de zus heeft een hekel aan surfen ✅
6. les Alpes -> in de bergen / in de Alpen ✅

jouw tekst ziet er dus ongeveer zo uit

exercice 26b page 45

Oui, j'ai un frère / un cousin

Il s'appelle Nicolaas

Il a quatorze ans

Oui, j'ai une soeur / une cousine

Elle s'appelle Marie

Elle a seize ans

Bonjour! Je m'appelle......

buts phrases-clés? -> page 46

• je kunt vertellen over jouw familie
• je weet hoe je de h en d,t,s aan het eind van een woord uitspreekt

exercices 27bc - page 46

                                                          allo, ik ee an en ik woon al eel lang in aarlem

27d - page 46

exercice 28 - page 47

exercice 29a - page 47

tip

Persoon 1 stelt vragen:

Comment tu t'appelles...

Persoon 2 beantwoord de vragen

Je m'appelle .....

En dan draaien jullie de rollen om

TIP: gebruik de phrases-clés!

C page 30 + G page 46

TIP: tu peux répéter?

kun je vertellen over jouw familie?

1. oui
2. non

weet je hoe je de h,d,t,s
aan het eind van een woord uitspreekt?

1. oui
2. non

PLENDA

pour mardi 29 octobre - 1ere heure

L    phrases-clés G p46

H   A B C D E F