VWO 4 Thema 6 Mens en milieu B4 Duurzame ontwikkeling

Thema 6 Mens en Milieu
B4
Duurzame Ontwikkeling
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6 Mens en Milieu
B4
Duurzame Ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
- Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen toelichten.
- Je kunt uitleggen wat duurzame ontwikkeling is.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Als er meer mensen zijn....
Waar gaan ze wonen?
Hoe komen ze aan hun eten?
Hoe komen ze aan energie?
Hoe komen we aan extra natuurlijke hulpbronnen?
Waar laten we al het afval dat ze produceren?


Slide 5 - Slide

Welke oplossingen zijn er om klimaatverandering tegen te gaan?

Slide 6 - Slide

Duurzame energie

Slide 7 - Slide

Duurzame voedselproductie

Slide 8 - Slide

Oplossingen
Alternatieve duurzame energiebronnen zijn overal op aarde aanwezig, raken niet op en zorgen niet voor die extra CO2 in de atmosfeer. 
Voorbeelden: zon, wind, water, aardwarmte, biomassavergisting (organisch restafval). Deze laatste maakt deel uit van de korte koolstofkringloop.

Slide 9 - Slide

Andere oplossingen
  • Uitstoot methaangassen in de landbouw en veeteelt verminderen
  • Genetisch gemanipuleerde rijstplant met een verminderde uitstoot van methaangas
  • Aanpassing voeding koeien en verbetering opslag en verwerking mest
  • Uit mest biogas maken m.b.v. vergisting door micro-organismen
  • Energie uit algen (zeewier) halen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

In stilte aan het werk
Opdr 43 t/m 47
Taken
Test jezelf
Examenopgaven (blz 214-217)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

2

Slide 14 - Video

01:26
Voor welk doel hebben mensen 75% van het aardoppervlak gebruikt?

Slide 15 - Open question

02:29
Wat zijn de twee hoofdredenen voor de biodiversiteit afname?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Natuurbehoud
Maatregelen om natuur te behouden of te handhaven

Bijvoorbeeld nadenken over hoe steden groeien of het opkopen van natuurgebieden

Slide 18 - Slide

Natuurbeheer
Menselijk ingrijpen ten behoeve van optimale leefomstandigheden voor planten en dieren

Bijvoorbeeld successie voorkomen door grazers in een gebied te laten (zoals in de Oostvaardersplassen) of maaien en afvoeren van hooiweiden om ze te verschralen of aanplanten oeverbegroeiing

Slide 19 - Slide

Natuurontwikkeling
Natuur beïnvloeden door eerst menselijk ingrepen te doen en daarna de natuur haar gang laten gaan.

Bijvoorbeeld een bepaald ecosysteem te laten ontstaan, ruimte voor de rivier om buiten oevers te treden


Filmtip: De Nieuwe Wildernis over de Oostvaardersplassen

Slide 20 - Slide

Natuur in Nederland??
Bijna geen natuurlijke ecosystemen in Nederland

Nederland is versnipperd door wegen

Slide 21 - Slide

Versnippering natuur
Verbinden natuur

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wettelijke basis voor natuurbescherming
- Natuurbeschermingswet
- Boswet 
- Faunawet

Rode lijst: dieren en plantensoorten die uitgestorven zijn of met uitsterven worden bedreigd in Nederland. 
Maar opname in Flora- en faunawet nodig anders niet beschermd

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Leerdoelen
- Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen toelichten.
- Je kunt uitleggen wat duurzame ontwikkeling is.

Slide 28 - Slide

Maak opdracht 43 t/m 54

en Begrippenlijst B4 
 

Slide 29 - Slide

1. Noem 3 verschillende ecosysteemdiensten

Slide 30 - Open question

2a. Wat houdt duurzaamheid in?
b. Noem een voorbeeld van een circulaire economie.

Slide 31 - Open question

3. Je kunt bio-ethanol (een biobrandstof) winnen uit maisplanten. Op sommige plaatsen worden grote maisvelden gebruikt voor het maken van bio-ethanol.
a. Leg uit dat dit niet duurzaam is.
b. Geef een voorbeeld van een duurzame manier van biobrandstofwinning.

Slide 32 - Open question

4. Leg uit hoe het verbranden van fossiele brandstoffen bijdraagt aan het versterkt broeikaseffect.
Gebruik in je antwoord de termen: langlopende en kortlopende
koolstofkringloop.

Slide 33 - Open question

5. Er staan veel vlinderbloemige planten op een stuk grond. De bodem is erg nitraatarm.

a. Leg uit hoe de plant toch aan nitraat als voedingsstof kan komen, schrijf de stappen op.
b. Leg uit hoe het heet als wortelknolletjesbacterien de stikstof weer opnemen in de bodem.
c. Stel er is veel zuurstof aanwezig. Zal dit proces (zoals bij a en b beschreven) sneller, langzamer of even snel lopen? Waarom?

Slide 34 - Open question

6. Noem 3 nadelen van het gebruik van een pesticide

Slide 35 - Open question

7. Een boer verbouwt op zijn grond een monocultuur en gebruikt pesticiden.
Leg uit hoe hij kan switchen naar biologische landbouw. Noem 3 kenmerken.

Slide 36 - Open question

8. In een sloot zit heel veel waterbloei. De boer in de buurt stort heel veel mest op zijn land.
Leg uit hoe overbemesting kan leiden tot een sloot zonder leven erin.

Slide 37 - Open question

10. Natuurnetwerk Nederland zet zich in voor het natuurbeheer in Nederland.
Geef voorbeelden van hoe ze dat doen.

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Link

Hoeveel procent score had je bij de laatste oefentoets?

Slide 40 - Open question

Er staan op www.biologiepagina.nl ook nog drie toetsen met Examenvragen over Mens en milieu...
Welke vragen uit deze toetsen vond je lastig en zou je willen bespreken volgende week?

Slide 41 - Open question