5 havo H3 3.4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Par 3.4 klimaat en landschap

Check van de opdrachten bij examentraining

Check par 3.3

Uitleg bij par 3.4

Zelfstandig werken

Leerdoelen

• Je kunt de spreiding van klimaten in Brazilië verklaren met behulp van de klimaatfactoren.
• Je kunt de verschillende vegetatiezones in Brazilië beschrijven en kenmerken van de vegetatie verklaren.
• Je kent de namen van de verschillende landschappen in Brazilië.

Op basis van de export lijkt Brazilië het meest op een land uit... (vraag 3)

1. periferie, want vooral grondstoffen
2. periferie, want handelen veel met China
3. centrum want verkopen veel transportmiddelen
4. Centrum want handelen veel met China

. Noem twee mondiale ontwikkelingen die zorgt dat vraag naar ertsen en voedsel blijft stijgen.
(vraag 4)

Op welk onderdeel scoort Brazilië slecht en waarom is juist dit onderdeel belangrijk voor economische groei? (vr 8)

1. balans werk-vrijetijd. Vrije tijd stimuleert eco groei
2. opleiding, hoog opgeleide mensen zorgen voor eco groei
3. inkomen en rijkdom, veel armoede remt eco groei

In welke fase transitiemodel bevindt Brazilië zich? Wat is een voordeel. (vraag 10)

1. Fase 2/3, weinig vergrijzing
2. Fase 3/4 toenemende vergrijzing, meer banen
3. Fase 3/4, grote beroepsbevolking
4. Fase 2/3, grote beroepsbevolking

De economie van Brazilië is kwetsbaar te noemen, omdat...

1. Ze niet veel hoogwaardige goederen exporteren
2. Ze afhankelijk zijn van grondstoffen
3. Ze afhankelijk zijn van buurlanden
4. Hun politiek corrupt is

Caatinga (Doornstruiksavanne)

Selva

LLanos (grassavanne)

Cerrado (boomsavanne)

Mangrove

Pantanal (moeras)

Pampa's (grasvlaktes)

Klimaat

Brazilië ligt deels ten noorden en deels ten zuiden van de evenaar.

Daardoor zijn delen van het jaar natter of minder nat, door het opschuiven van de ITCZ, een lage drukgebied. 

De grafiek is van een plaats (net) ten zuiden van de Evenaar.
Leg uit hoe de drogere periode ontstaat.

Aan de slag

Je maakt van paragraaf 3.4 de volgende vragen: 3, 4, 6. 

Deze opdrachten zijn huiswerk voor de volgende AK les