Werkwoordspelling havo3



Werkwoordspelling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling

In deze les worden alle mogelijke werkwoordvormen en hun spellingwijze nog een keer samengevat.

Slide 2 - Slide

Vormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Gebiedendewijs 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Infinitief (hele werkwoord) 

Bijvoeglijk naamwoord 


PVTT

PVVT

GW

VD

OD

INF

BN

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

(Vinden) je vakantie ook erg fijn?
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 5 - Quiz

Op een gegeven moment ontmaskeren de deelnemers de (verkleden) superster.
A
VD
B
VD als BN
C
PVVT
D
PVTT

Slide 6 - Quiz

Op een gegeven moment ontmaskeren de deelnemers de (verkleden) superster.

Slide 7 - Open question

'(verkleden) jij je wel vaker, Adele?'
A
PVTT
B
PVVT
C
OD
D
VD

Slide 8 - Quiz

'(verkleden) jij je wel vaker, Adele?'

Slide 9 - Open question

Het heeft de laatste tijd erg (waaien).
A
PVTT
B
INF
C
PVVT
D
VD

Slide 10 - Quiz

Het heeft de laatste tijd erg (waaien).


Slide 11 - Open question

Ik heb het tot nu toe niet (geloven).
A
BN
B
OD
C
VD
D
PVTT

Slide 12 - Quiz

Ik heb het tot nu toe niet (geloven).


Slide 13 - Open question

Hoe heb je die auto (verven)?
A
VD
B
PVTT
C
PVVT
D
TD

Slide 14 - Quiz

Hoe heb je die auto (verven)?

Slide 15 - Open question

Hij schepte (huilen) de aangebrande
koekjes van de bakplaat.
A
PVTT
B
OD
C
VD
D
BN

Slide 16 - Quiz

Hij schepte (huilen) de aangebrande
koekjes van de bakplaat.

Slide 17 - Open question

Wat gaat goed?

Slide 18 - Mind map

Wat snap ik (nog)niet?

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Nakijken huiswerk
Antwoordenboekjes zelf nakijken

Hand opsteken bij vragen

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Opdr. 7 blz 163


Slide 22 - Slide