Vormgevingsaspect Vorm

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
1. Compositie
3. Licht
2. Kleur
4. Ruimte
5. Lijn
6.Textuur
7. Structuur
8.Vorm
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
1. Compositie
3. Licht
2. Kleur
4. Ruimte
5. Lijn
6.Textuur
7. Structuur
8.Vorm

Slide 1 - Slide

Vormgevingsaspecten Vorm
Bij vorm denk je in eerste instantie aan basisvormen zoals cirkels, driehoeken, vierkanten en ovalen. Maar in feite heeft alles een bepaalde vorm. Waar je op kunt letten, is bijvoorbeeld of de vormen in het schilderij grillig zijn of juist strak. Zijn ze duidelijk of vaag, geometrisch of organisch.

De vorm bepaalt sterk de uitstraling van een kunstwerk. Zoals bij het gebouw hiernaast. Doordat het gebouw geen strakke, geometrische vormen heeft, lijkt het geen stevig gebouw. Maar net of je het zo kan opvouwen.

Slide 2 - Slide




Vormsoort:
dit is een groep vormen waarvan bepaalde  kenmerken hetzelfde zijn. 








Zoals;
  • Organische vormen
  • Geometrische vormen
  • Gestileerde vormen
  • Geabstraheerde vormen

Slide 3 - Slide

Organische vormen

Dit zijn vormen afgeleid van vormen uit de natuur, menselijke, dierlijke en plantachtige vormen. Ronde, vloeiende vormen die op natuurlijke wijze gegroeid lijken te zijn. Je noemt dat gestroomlijnd.



Slide 4 - Slide

 Geometrische vormen

Wiskundige vormen, vormen die met een lineaal of passer getekend kunnen worden. 
Voorbeelden van geometrische vormen zijn: vierkanten, cirkels, rechthoeken etc.
Zijn geometrische vormen ruimtelijk dan noem je ze;
kubus, balk, piramide etc..





Slide 5 - Slide

Gestileerde vormen
De vormen zijn zijn vereenvoudigd, gestroomlijnd of  schematisch weergegeven.
De voorstelling is minder gedetailleerd en minder realistisch, maar nog wel duidelijk herkenbaar.

Slide 6 - Slide

Geabstraheerde vormen
Veel details zijn weggelaten;  de voorstelling is minder of nauwelijks nog herkenbaar.
figuratief
gestileerd
geabstraheerd
abstract

Slide 7 - Slide

Figuratief

Een figuratieve vorm kun je gelijk herkennen. Let op: in het woord figuratief zit het woord “figuur”. Bij een figuratieve voorstelling zie je meteen wat iets voorstelt. Er zijn vormen gebruikt die herkenbaar zijn uit de zichtbare werkelijkheid.

Als er veel details te zien zijn, noem je dat gedetailleerd. Het ziet er dan heel nauwkeurig uit.

Slide 8 - Slide

Abstract

Het tegenovergestelde van figuratief (herkenbare voorstelling) is abstract. Een abstracte voorstelling vertoont geen enkele overeenkomst met de zichtbare werkelijkheid. Een abstracte voorstelling is dus niet herkenbaar als realistische voorstelling.

Slide 9 - Slide


Een figuratief werk kan je realistisch weergeven. De voorstelling ziet er dan natuurgetrouw uit.
Maar een figuratief werk kan je ook vervormen. Als je de voorstelling terugbrengt tot simpele grondvormen noemen we het een gestileerd werk. de vormen zijn dan vereenvoudigd. We kunnen het werk ook abstraheren. Als we de vorm zo sterk veranderen dat we het niet meer herkennen en het werk non-figuratief is geworden, is het een geabstraheerd werk.

Slide 10 - Slide

Gesloten vorm

Tegenover een open vorm staat een gesloten vorm. Bij een gesloten vorm kun je de binnenruimte niet zien, de vorm is dicht, zwaar. Deze vorm is van binnen dus helemaal gevuld - dit geeft de vorm een massieve indruk. Massief betekend zwaar, degelijk, stevig.

Slide 11 - Slide

Open vorm

Je kunt de binnenruimte van een vorm gedeeltelijk of in zijn geheel zien.
Je kunt door de vorm heen kijken, de tussenruimte speelt een belangrijke rol.

Een open vorm lijkt dan ook lichter.

Slide 12 - Slide

Daarnaast is er ook verschil tussen  tweedimensionale vormen en driedimensionale vormen. Tweedimensionale vormen  zijn vlak.

Driedimensionale vormen hebben een volume.

Slide 13 - Slide

Vormcontrast is het contrast (tegenstelling) wat je krijgt als je twee verschillende vormsoorten naast elkaar zet.
Het effect daarvan is dat ze elkaar versterken.






Slide 14 - Slide

Restvorm
Wanneer je een vorm maakt is er ook altijd een restvorm. Dat is de ruimte die om of tussen de vorm is.
Silhouet wanneer je alleen de schaduw zonder details ziet.
vorm
restvorm
silhouet

Slide 15 - Slide

Begrippen
Vormsoort: Vormcategorie, zoals geometrisch, 
organisch of gestileerd.
Gestroomlijnd:  Met vloeiende lijnen vormgegeven.
Organische vormen:  Natuurlijke vormen, zoals de vormen van mensen, dieren of planten: de vormen zijn vaak vloeiend en niet hoekig.
Geometrische vormen: Meetkundige  (wiskundige) vormen. Deze kunnen vlak of ruimtelijk zijn.
Gestileerde vormen: Vereenvoudigd weergegeven vormen.
Vereenvoudigd: versimpeld, met weglating van details
Schematisch: ruw opgezet, in grote lijnen.
Figuratief: Als het kunstwerk een herkenbare voorstelling heeft: je ziet meteen wat het voorstelt.
Geabstraheerd: Veel details zijn weggelaten, de voorstelling, de voorstelling is minder of nauwelijks nog herkenbaar.



Slide 16 - Slide

abstract: In het kunstwerk zijn geen verwijzingen naar de werkelijkheid te vinden. Je kunt niet zien wat het voorstelt.
Gedetailleerd: Heel precies weergegeven, met veel details.
Gesloten vorm: De vorm heeft geen opening; je kunt er niet in of doorheen kijken.
Massief: Niet open en hol, maar gesloten en 1 geheel.
Open vorm: De vorm heeft een opening, waardoor je erin- of doorheen kunt kijken.
vlak: Wanneer iets plat is of lijkt, tweedimensionaal
volume: Wanneer het werk driedimensionaal is heeft het volume.
Vormcontrast: contrast dat ontstaat als je tegengestelde vormsoorten in 1 werk gebruikt, zoals organische en geometrische vormen, vlakke en ruimtelijke vormen of open en gesloten vormen.
Restvorm: ruimte die overblijft naast wat de kunstenaar heeft afgebeeld; deze vorm kan zelf ook iets voorstellen.
Silhouet: Een egaal donkergekleurde, herkenbare vorm, zoals een schaduw, die contrasteert met de achtergrond.



 

Slide 17 - Slide

https://quizlet.com/nl/411733953/kubv-onderwerp-5-vorm-flash-cards/

Slide 18 - Slide