2.2 Geld voor later

Je spaart voor een doel
Je spaart uit voorzorg
Je spaart voor de rente
1 / 12
next
Slide 1: Drag question
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Je spaart voor een doel
Je spaart uit voorzorg
Je spaart voor de rente

Slide 1 - Drag question

Waarom geeft de bank jou rente?

Slide 2 - Open question

De rente is 0.2% en je hebt €180 op je rekening staan. bereken het rentebedrag per jaar. Laat de formule in je antwoord zien.

Slide 3 - Open question

Je geeft de waarde van iets in geld aan.
Je bewaart geld om het later uit te geven.
Je koopt er iets mee
Geld als ruilmiddel
Geld als spaarmiddel
Geld als rekenmiddel

Slide 4 - Drag question

Wat is geen reden om te sparen
A
Doel
B
Voorzorg
C
Rente
D
Plezier

Slide 5 - Quiz

Je krijgt van de bank een vergoeding voor je spaargeld
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente

Slide 6 - Quiz

Je wilt over een tijdje iets kopen waar je nu nog geen geld voor hebt.
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente

Slide 7 - Quiz

Je zorgt ervoor dat je geld hebt om onverwachte kosten te kunnen betalen.
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente

Slide 8 - Quiz

De rente die de bank geeft, kan stijgen, maar ook dalen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Iedere maand leg je €10-, opzij om later te kunnen gebruiken
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 10 - Quiz

Je koopt een game
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 11 - Quiz

Op de foto is er sprake van:
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 12 - Quiz