2 Onbekende woorden: de betekenis afleiden uit een woord

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

DOEL
- Je kunt woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden 

Woordraadstategieën:
- synoniem
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling
- bekend woorddeel

Slide 2 - Slide

Filmpje

Dit filmpje heb je in een vorige les bekeken. Wil je het nog eens bekijken, dan kan dat.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Je vindt de betekenis van een moeilijk woord door in de tekst te zoeken naar:


- synoniemen

- omschrijving

- voorbeelden

- tegenstellingen

- bekende woorddelen


Slide 5 - Slide

BEKEND WOORDDEEL

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 6 - Slide

BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld


- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 7 - Slide

WOORDENBOEK

Wanneer het niet lukt om op één van de genoemde manieren de betekenis van een onbekend woord te vinden,

zoek je (een deel) van het woord op in het woordenboek.


Kies dan wel de betekenis die bij de tekst past!



Gebruik woordenboek is GEEN woordraadstrategie!

Slide 8 - Slide




Een broer en twee zussen dansen bij het toonaangevende moderne Nederlandse Dans Theater.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
______________________________
A
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
B
Het woord is samengesteld uit twee woorden. De betekenis van die twee woorden is bekend.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 9 - Quiz




Volgens psycholoog Paul Ekman zijn gezichtsuitdrukkingen universeel onder alle volkeren en rassen.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
____________________
A
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
B
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 10 - Quiz




André Rieu wordt geïnterviewd over zijn ongekende succes.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
____________________
A
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
B
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 11 - Quiz




De gemeente subsidieert de vereniging voor bejaarden.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
____________________
A
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
B
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 12 - Quiz




De docenten van de klas zijn hoopvol dat alle leerlingen een goed rapport krijgen.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
_______________
A
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
B
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 13 - Quiz

Lees de tekst.

Slide 14 - Slide

Noteer een synoniem voor cruciaal (alinea 1).

Slide 15 - Open question

Noteer de betekenis van on- in het woord onacceptabel (alinea 1).

Slide 16 - Open question

Welke omschrijving voor onacceptabel (alinea 1) staat in de tekst?

Slide 17 - Open question

Noteer het voorvoegsel voor gedrag (alinea 1).

Slide 18 - Open question

Wat betekent het voorvoegsel wan- in wangedrag (alinea 1)?

Slide 19 - Open question

Wat betekent 'klimaat' in leef- en leerklimaat
(alinea 2) in deze tekst?
A
omstandigheden waarin iemand zich bevindt
B
sfeer in iets
C
toestand van de atmosfeer in een bepaald gebied

Slide 20 - Quiz

GELEERD
- Je kunt woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden 

Woordraadstategieën:
- synoniem
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling
- bekend woorddeel

Slide 21 - Slide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 22 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 23 - Open question

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 24 - Slide

Grammatica

Slide 25 - Slide