Spelling ww tegenwoordige tijd.

Spelling
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Wat is de pv?
A
het ww. wat verandert als je het in een andere tijd zet.
B
Het ww. wat vooraan staat als je er een vraagzin van maakt.
C
Het eerste ww. in de zin
D
Alle ww. in de zin.

Slide 2 - Quiz

LEERDOEL
Aamn het eind van de les weet je hoe je de persoonsvorm schrijft in de tegenwoordige tijd?

Slide 3 - Slide

Wat betekent tegenwoordige tijd?

Slide 4 - Open question

In welke tijd staat deze zin

Slide 5 - Slide

De auto strandt langs de snelweg.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 6 - Quiz

Joris en Ellen hebben met elkaar gedanst.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 7 - Quiz

Loes vierde haar verjaardag in het zwembad.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 8 - Quiz

De jongen redde de hond.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 9 - Quiz

Het heeft vannacht verschrikkelijk gestormd en geregend.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 10 - Quiz

Wat weet je nog over de regels van TT ?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Bij IK, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 14 - Quiz

Bij HIJ / ZIJ / HET, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 15 - Quiz

Als JIJ achter de PV staat, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Ik 
Hij
vind 
vindt
loop
wordt
loopt
word
antwoordt
antwoord
biedt
bied

Slide 18 - Drag question

weigeren :
Ik ... te gehoorzamen.
A
weiger
B
weigert
C
weigerdt
D
weigeren

Slide 19 - Quiz

weigeren :
De hond ... te gehoorzamen.
A
weigert
B
weigerd
C
weigerdt
D
weigeren

Slide 20 - Quiz

weigeren :
Wij ... te gehoorzamen.
A
weigert
B
weigerd
C
weigerdt
D
weigeren

Slide 21 - Quiz

houden :
Ik .... van spruitjes.
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden

Slide 22 - Quiz

houden :
Hij ... niet van spruitjes
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden

Slide 23 - Quiz

houden :
De kinderen ... van aspergesoep.
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden

Slide 24 - Quiz

lachen
Ik ... om de clown.

Slide 25 - Open question

lachen
De kleuter ... om de clown.

Slide 26 - Open question

karten
Ik ... graag met mijn broer.

Slide 27 - Open question

karten
Mijn vriend ... graag met mijn broer.

Slide 28 - Open question

rotten
De appel ... in de fruitschaal.

Slide 29 - Open question

snijden
Ik ... de groenten in kleine stukjes.

Slide 30 - Open question

snijden
Mijn moeder ... de groenten in kleine stukjes.

Slide 31 - Open question

snijden
Wij ... de groenten in kleine stukjes.

Slide 32 - Open question

rijden
De auto ... voorzichtig over de snelweg.

Slide 33 - Open question

glijden
... jij niet uit over die gladde tegels?

Slide 34 - Open question

glijden
... je oom niet uit over die gladde tegels?

Slide 35 - Open question

vergoeden
De organisatoren ... alle onkosten.

Slide 36 - Open question

vergoeden
... hij alle onkosten ?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Video

Slide 39 - Slide