2THF creatieve opdrachten

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • 10 minuten stil lezen/creatieve opdrachten
  • Woord van de week
  • Vorig huiswerk: H2.8 Grammatica woordsoorten opdr. 0 t/m 5 
  • Vragen?
  • Quizje
  • Creatieve opdrachten herhalen
  • Nieuw huiswerk: 3 creatieve opdrachten in 1 WORD-document
  • Klaar?: start met leesautobiografie of leesboek 2 lezen
  • Afsluiting: woordsoorten + grammatica

Slide 2 - Slide

de skill
vaardigheid, handigheid


Slide 3 - Slide

Wat is wkvw?: Schaam jij je niet voor die rare pet?
A
voor
B
schaam
C
je
D
jij

Slide 4 - Quiz

Wat is het wgv?: Wij doen elkaar niet graag na.
A
wij
B
elkaar
C
doen na
D
graag

Slide 5 - Quiz

Wat is het wkww?: Hij verspreekt zich vaak vanwege de operatie aan zijn mond.
A
Hij
B
verspreekt
C
zich
D
vaak

Slide 6 - Quiz

Wat is 'eerste'?: De eerste keer dat hij haar zag, was hij op slag verliefd.
A
bhtw
B
ohtw
C
brtw
D
ortw

Slide 7 - Quiz

Wat is '100'?: Hij stuurde haar wel 100 e-mails.
A
bhtw
B
ohtw
C
brtw
D
ortw

Slide 8 - Quiz

Wat is 'weinig'?: Er zijn maar weinig mensen die dit weten.
A
bhtw
B
ohtw
C
brtw
D
ortw

Slide 9 - Quiz

Wat is 'zoveelste'?: Het is de zoveelste keer dat ik dat vergeet.
A
bhtw
B
ohtw
C
brtw
D
ortw

Slide 10 - Quiz

Woordsoorten:  Ik schaam me voor de glibberige glijpartij dat ik veroorzaakt heb met de drie schoonmaakemmers die ik heb gebracht naar de vijftiende kamer van het nieuwe hotel.
- lw
- bn =
- zn =
- vz
- vw = plakt zinnen aan elkaar  (onderschikkend of nevenschikkend)
- kww = vervangen door worden/blijken/zijn/lijken
- hww = kan niet alleen + helpt inf. + volt dw.
- zww = kan alleen + meeste betekenis (tekenen) + winnaar afvalrace pv
 

Slide 11 - Slide

Woordsoorten: Ik schaam me voor de glibberige glijpartij dat ik veroorzaakt hebt met mijn drie schoonmaakemmers die ik heb gebracht naar de vijftiende kamer van het nieuwe hotel.
- wkww = scheert (zich), wast (zich), vergist (zich), etc.
- wvn = zich/me/je/u/ons  (slaat terug op het onderwerp)
- wgv = 
- psv = verwijst naar een persoon of iets (hij/zij/ik/jullie/het/etc.)
- bzv = 
- av = die, deze, dit dat, zulke, welk(e)
- vrv = wie, wat, welke, wat voor een (kan ook zonder vraagzin) --> Ik vroeg me af wie/wat ......etc.
- bhtw = duidelijke hoeveelheid (tien, twaalf, etc.)
- ohtw = onduidelijke hoeveelheid (veel, weinig, etc.)
- brtw = duidelijk op welke rang/volgorde (eerste, tweede, etc.) --> eindigt op -de of -ste
- ortw = onduidelijke op welke rang/volgorde (meeste, minste, etc.) --> eindigt op -de of - ste

Slide 12 - Slide