What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Tips bij schrijven onderzoeksverslag
Tips bij schrijven onderzoeksverslag
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tips bij schrijven onderzoeksverslag
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Een tekst is vaak in minimaal drie alinea's ingedeeld. Hoe heten die drie delen van een tekst?
Slide 3 - Open question
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Slide 4 - Open question
Wat is de juiste manier van noteren?
(aan het begin van een zin)
A
's Ochtends
B
'S ochtends
C
S' ochtends
D
Sochtends
Slide 5 - Quiz
Welk leesteken kun je gebruiken vóór een opsomming?
Slide 6 - Open question
Hun werken aan hun scriptie.
OF
Zij werken aan hun scriptie.
A
Hun
B
Zij
Slide 7 - Quiz
Zet in de verleden tijd:
Peter (snappen) ................... de werkwoordspelling een maand geleden al.
Slide 8 - Open question
Het (gebeuren, tt) regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
Slide 9 - Open question
werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Het kind ... (beleven) een spannend avontuur.
Slide 10 - Open question
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
Slide 11 - Open question
We (besteden, tt) veel tijd aan werkwoordspelling.
Slide 12 - Open question
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
Slide 13 - Open question
Bedenk een (zo lang mogelijke) samenstelling.
Slide 14 - Open question
Maak je zinnen niet te lang.
Tip:
Maak per mededeling een nieuwe zin.
Vermijd komma's
Slide 15 - Slide
Een aantal studenten ................. het diploma al op zak.
Slide 16 - Open question
TIP
Als het onderwerp in het enkelvoud staat, dan de persoonsvorm ook!
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
gebruik eigen woorden
A
Slide 19 - Quiz
nodig hebben
(niet zijn)
A
Slide 20 - Quiz
geen komma voor en en of
A
Slide 21 - Quiz
getallen uitschrijven
A
Slide 22 - Quiz
spelling
A
verassing
B
verrassing
C
verasing
D
verrasing
Slide 23 - Quiz
leesteken
A
client
B
clïent
C
cliënt
D
cliént
Slide 24 - Quiz
uitdrukkingen goed gebruiken
A
Slide 25 - Quiz
controleer of zinnen goed lopen
A
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
persé
B
persee
C
per se
D
percee
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
bureau + inhoud
Slide 30 - Open question
btw + tarief
Slide 31 - Open question
lade + kast
Slide 32 - Open question
hun hen zij
A
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
verwijswoorden
Het meisje ...... daar woont.
A
die
B
dat
Slide 35 - Quiz
kernwoord uit titel in de eerste zin van de alinea herhalen. Niet naar verwijzen maar echt noemen
Slide 36 - Slide
herschrijf
Dementie
Dit is een aandoening waarbij
....
Slide 37 - Slide
deze/die/dit/dat
Wanneer gebruik je wat?
Slide 38 - Slide
..... type studenten
Welke woorden passen op de stippeltjes?
A
deze
B
dit
C
de
D
die
Slide 39 - Quiz
More lessons like this
2.8 Test Jezelf komma's en spelling ww in tt
January 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
17.03 - h3 - Hoofdletters
March 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
24.03 - h3 - Leestekens
March 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Extra les werkwoorden in de tegenwoordige tijd
October 2024
- Lesson with
19 slides
Spelling
Lager onderwijs
Werkwoordspelling T.T. + V.T. oefenen
October 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 3,4
1. werkwoordspelling theorie + samenwerkingsvorm
October 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling - keuzetijd lj3 - p2 - les 4 (h)
November 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1.8 spelling 3T
September 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3