3H (tt haben-sein-werden)

HABEN - SEIN - WERDEN
tegenwoordige tijd
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

HABEN - SEIN - WERDEN
tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

heeft u?

Slide 2 - Open question

jij hebt

Slide 3 - Open question

ik heb

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Ik ben

Slide 6 - Open question

Wij zijn

Slide 7 - Open question

jullie zijn

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Welke twee betekenissen heeft het ww "werden" ?

Slide 10 - Open question

Voorbeeld
Ich werde (ik word) später Automechaniker.

Ich werde (ik zal) dich morgen Anrufen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ich ...(zal)......... dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde
D
wird

Slide 13 - Quiz

..(zullen)..... ihr uns anrufen?
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 14 - Quiz

Ariane ......(is)......... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
seid

Slide 15 - Quiz

....(word).......... du morgen 13 oder 14 Jahre alt?
A
wirdst
B
wirst
C
werd
D
werde

Slide 16 - Quiz

....(heb).... du ein Fatbike?
A
hat
B
habe
C
haben
D
hast

Slide 17 - Quiz

ENDE

Slide 18 - Slide