VCA-B Hoofdstuk 11 Ergonomie

VCA-B Hoofdstuk 11 Ergonomie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VCAMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VCA-B Hoofdstuk 11 Ergonomie

Slide 1 - Slide

1. "Good housekeeping" is een voorbeeld van een maatregel om gevaren
bij het lopen te voorkomen. Wat voor soort maatregel is dit?

A
Een maatregel om gevaren bij de bron weg te nemen.
B
Een maatregel om goed op te letten
C
Een maatregel om mens en dier te scheiden

Slide 2 - Quiz

2. Wat is een kenmerk van een goede tilhouding?
A
De last niet te dicht bij je lichaam
B
Een gebogen rug
C
Gebogen knieën

Slide 3 - Quiz

3. Hoe kun je de gevaren bij het lopen het beste voorkomen
A
Door het gevaar bij de bron weg te nemen
B
Door het gevaar te markeren
C
Door het risico te beheersen

Slide 4 - Quiz

4. Door middel van het scheiden van mens en gevaar kan het risico bij het
lopen worden weggenomen. Hoe gebeurt dit?

A
Door een ongeval te melden aan de arbodienst
B
Door een vrij looppad op de vloer te schilderen
C
Door in de toolboxmeeting het personeel te informeren

Slide 5 - Quiz

5. Wat is de invloed van te hard geluid op de werkplek
A
Bij het dragen van gehoorbescherming is er geen invloed van te hard geluid
B
Er kan harder worden gewerkt, omdat spreken met elkaar onmogelijk is
C
Het verhoogt de risico’s op de werkplek

Slide 6 - Quiz

6. Wie moet de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen
A
De Arbodienst
B
De werkgever
C
De werknemer

Slide 7 - Quiz

7. Wie moet controleren of een PBM een CE-markering heeft
A
De fabrikant
B
De werkgever
C
De werknemer

Slide 8 - Quiz

8. Wat voor handschoenen moet je dragen als je met gevaarlijke stoffen
werkt

A
Leren handschoenen
B
Rubberen handschoenen
C
Stoffen handschoenen

Slide 9 - Quiz

9. Hoeveel demping biedt een niet te dure oorkap maximaal
A
10 dB(A).
B
15 dB(A).
C
25 dB(A).

Slide 10 - Quiz

10. Te veel geluid leidt niet tot
A
Concentratieverlies
B
Tijdelijke gehoorvermindering
C
Verminderde spraakverstaanbaarheid
D
Dorstgevoel

Slide 11 - Quiz

11. Het geluidsniveau wordt weergegeven met
A
dB(A)
B
Watt
C
Watt/s
D
Lux

Slide 12 - Quiz

12. De werkgever is verplicht om gehoorbescherming te geven bij:
A
120 dB(A)
B
90 dB(A)
C
85 dB(A)
D
80 dB(A)

Slide 13 - Quiz

13. Welke klachten worden niet veroorzaakt door lichaamstrillingen
A
maag- en rugklachten
B
hoofdpijn en spierpijn
C
te warme vingers
D
verminderde concentratie

Slide 14 - Quiz

14. Je hebt blijvend gehoorverlies als:
Wat is niet waar
A
je fluit- , piep- of bromtonen hoort
B
je beter veraf hoort dan dichtbij
C
je minder hoge tonen hoort
D
je moeite hebt met gesprekken in de disco

Slide 15 - Quiz

15. De ideale luchtvochtigheid om bij te werken is
A
tussen de 40% en 60%
B
tussen de 60% en 80%
C
boven de 80%
D
onder de 40%

Slide 16 - Quiz

16. Licht op de werkplek. Wat is niet juist
A
De lichtsterkte moet groter zijn als je werkt met kleine boutjes en moeren
B
De werkgever moet zonnebrillen ter beschikking stellen
C
De hoeveelheid Lux is in een wc lager dan bij een boorkolom
D
Je hebt meer aan Lux dan aan Lumen boven de werkbank

Slide 17 - Quiz

17. Wat is ergonomie
A
Personeel selecteren op lengte
B
hoogte van de stoel aanpassen aan de lengte
C
Als het te warm is in de werkplaats, af en toe een biertje drinken
D
Als je werkt in een vriescel: elk uur een kwartier rust nemen buiten de cel

Slide 18 - Quiz

18. Wat is het beste voor je oren
A
Oorkappen
B
Oorwarmers
C
oordoppen
D
otoplastiek

Slide 19 - Quiz

19. Wat doe je het eerste om geluid te verminderen
A
Oorkappen en dan machine isoleren voor geluid
B
dieselmotor isoleren en daarna vervangen door elektromotor
C
Oorkappen en daarna geluid in de omgeving dempen
D
Geluidsbron isoleren en daarna oorkappen

Slide 20 - Quiz