Vreemde valuta

Vreemde valuta
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vreemde valuta

Slide 1 - Slide

Wat is de Eurozone?
A
Europa zonder Engeland
B
Europa zonder Brexit
C
Een gebied waar je met Euro's kunt betalen
D
Een gebied waar je juist niet met Euro's kunt betalen

Slide 2 - Quiz

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 3 - Quiz

Welke land hoort niet bij de eurozone
A
Engeland
B
Slowakije
C
Kroatie
D
Frankrijk

Slide 4 - Quiz

Wanneer heb jij vreemde valuta gebruikt?

Slide 5 - Open question

Wanneer gebruiken bedrijven vreemde valuta?

Slide 6 - Open question

Bij welk land hoort dit geldteken?
A
Eurozone
B
Engeland
C
Japan
D
Amerika

Slide 7 - Quiz

De wisselkoers van € 1 is:
bij koop: $ 1,30
bij verkoop: $ 1,28.

Hoeveel dollar krijg je voor € 300?
A
$ 384
B
$ 231
C
$ 390
D
$ 234

Slide 8 - Quiz

Ik koop 100 pond, hoeveel euro kost dat?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in vreemde valuta : koers per euro = waarde in euro's
👉 100 : 0,85 = € 117,65

Slide 9 - Slide

Je koopt 150 Deense kronen. Hoeveel euro betaal je daarvoor?

Slide 10 - Open question

Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in euro's x lage wisselkoers = bedrag in vreemd geld dat je ontvangt
👉 100 x 0,85 = 85 GPB

Slide 11 - Slide

Ik heb 100 pond over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?
VERKOOPKOERS (hoogste)

bedrag in vreemd geld : koers per euro = bedrag in euro's
👉 100 : 0,86 = € 116,28

Slide 12 - Slide

Je komt terug uit Engeland, en hebt nog 150 Pond over. Hoeveel euro krijg je hiervoor?
A
€ 174,42
B
€ 176,47

Slide 13 - Quiz

Je wisselt bij de bank 1.500 Japanse yen in. Hoeveel euro krijg je daarvoor?
De provisiekosten zijn € 4.

Slide 14 - Open question