6.4 Moleculaire stoffen

6.4 Moleculaire stoffen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.4 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Moleculaire stoffen
  • De meeste stoffen bestaan uit moleculen
  • Dat noem je moleculaire stoffen
  • Vergeleken met metalen hebben moleculaire stoffen laag smelt- en kookpunt en geleiden geen stroom in vaste en vloeibare fase. Behalve..........

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Moleculaire stoffen
  • Bestaat alleen maar uit niet-metaalatomen.
  • Geleidt niet, want er zijn geen geladen deeltjes aanwezig , behalve koolstof.

H2O
C12H22O11

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Atoombinding
  • De buitenste elektronen, de valentie-elektronen, zijn belangrijk voor binding tussen atomen
  • Niet-metaalatomen delen elektronen dat noem je een atoombinding of covalente binding.
  • Vb: H2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Atoombinding

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bindingen tussen atomen
Een atoombinding is een binding tussen twee verschillende atomen in een molecuul. In een structuurformule worden de gedeelde elektronenparen aangegeven met een streepjes.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Covalentie
Covalentie: hoeveel atoombindingen een atoom kan vormen 

Atoomsoort
Covalentie
H
1
F, Cl, Br, I
1
O, S
2
N, P
3
C, Si
4

Slide 7 - Slide

Je moet aan de hand van de covalentie een kloppend molecuul kunnen tekenen.
Je moet adhv een getekend molecuul kunnen bepalen wat de covalentie van een atoom is.
De covalentie van C is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De covalentie van O is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Het smelt- of kookpunt hangt af van hoe sterk de aantrekkingskracht is tussen moleculen.
  • Weinig aantrekkingskracht? Dan zijn de deeltjes gemakkelijk uit elkaar te halen
  • Veel aantrekkingskracht? Dan kost het meer energie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • De aantrekkingskracht noem je vanderwaalskrachten.
  • Deze krachten vormen de vanderwaalsbinding (VdW)
  • Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de VdW-binding

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Methaan (112K) vs. ethaan (185K): de massa van ethaan is hoger, dus is de VdW-binding sterker en dus is het kookpunt hoger
  • Ethaan (185K) vs. butaan (273K): de massa van butaan is hoger, dus is de VdW-binding sterker en dus is het kookpunt hoger

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Methylbutaan (301K) vs. dimethylpropaan (283K): de massa is gelijk, dus dan zou de VdW-binding net zo sterk moeten zijn.
  • Hoe kan dat?
  • Wat valt je op aan het verschil tussen methylbutaan en dimethylpropaan?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Langgerekte en vertakte moleculen
  • Methylbutaan is minder vertakt dan dimethylpropaan.
  • Hoe minder raakvlak er is, hoe zwakker de VdW-binding
  • Vandaar dat het kookpunt van methylbutaan iets hoger is dan het kookpunt van dimethylpropaan

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hydrofiel en hydrofoob mengen
  • Hydrofiel mengt met hydrofiel
  • Hydrofoob mengt met hydrofoob
  • Hydrofoob mengt niet met hydrofiel
  • Emulgator: een combinatie van hydrofiel en hydrofoob

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De sterkte van de vanderwaalsbinding hangt af van de massa van de moleculen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een ionbinding
A
is sterker dan een VdW binding
B
komt voor bij metalen
C
bestaat ook als het zout is opgelost in water
D
ontstaan doordat protonen aan een ander atoom worden afgestaan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

1 een atoombinding komt voor in moleculaire stoffen.
2 vanderwaalskrachten komen voor tussen moleculaire stoffen
A
stelling 1 is juist stelling 2 onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hydrofiele stoffen zijn stoffen die goed oplossen in water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het kookpunt van ethaan (C2H6) is hoger dan het kookpunt van butaan (C4H10)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De metaalbinding op microniveau is een erg zwakke binding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De sterkte van de vanderwaalsbinding hangt af van de massa van de moleculen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De covalentie van O is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De covalentie van C is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Moleculaire stof
Zout
Metaal
atoombinding
metaalbinding
ionen
vrije elektronen
vanderwaalsbinding
ionbinding
metaalrooster
molecuulrooster
ionrooster
alleen niet-metalen
allemaal ontleedbare stoffen

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Een vast zout bestaat uit                         die middels
in een regelmatig rooster worden vastgehouden. Bij het oplossen van een zout worden deze                     bindingen verbroken.
Sleep onderstaande concepten naar de juiste plaats in de zin of in de recycle bin.
ionen
ionbindingen
atomen
atoombindingen
sterke
zwakke
moleculen
H-bruggen
vdwaalsbindingen
metalen
metaalbindingen

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Soorten bindingen 
Je kan de soorten bindingen indelen in twee groepen: 

Er zijn bindingen die plaatsvinden binnen moleculen, dus tussen atomen. Hierbij horen: atoombinding, metaalbinding en ionbinding. 

Vanderwaalsbinding: Bindingen die plaatsvinden tussen moleculen (in vaste en vloeibare fase)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

par 6.4

lezen en maken opgaven par 6.4

Slide 29 - Slide

This item has no instructions