Test je zelf Licht NOVA lenzen lenzenformule vergroting deel 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Test jezelf 

Lichtbreking

Lenzenformule 

Vergroting

hoek i

hoek r

glas

lucht

Hoe groot is
de hoek van
inval ?

1. hoek van inval = 58°
2. hoek van inval = 47°
3. hoek van inval = 32°
4. hoek van inval = 43°

Hoe groot is
de hoek van
breking ?

1. hoek van breking = 58°
2. hoek van breking = 47°
3. hoek van breking = 32°
4. hoek van breking = 43°

Welke stof is
lucht en welke
stof glas ?

1. 1 = lucht 2 = glas breking van de normaal af
2. 1 = glas 2 = lucht breking van de normaal af
3. 1 = lucht 2 = glas breking naar de normaal toe
4. 1 = lucht 2 = glas breking naar de normaal toe

Hoe beweegt de lichtstraal verder na breking door
glazen prisma ?

1. A
2. C
3. D
4. E

Hoe beweegt de lichtstraal verder
van glas naar lucht ?

1. A
2. B
3. C
4. D

Een lichtstraal gaat door een stuk glas.
Welke bewering
is juist?

1. Grenshoek is groter dan 50°
2. Grenshoek is kleiner dan 50°
3. Grenshoek is groter dan 40°
4. Over de grenshoek kan je niks zeggen

Welke lens is het sterkst ?

Welke lens heeft de grootste brandpuntsafstand?

1. sterkste lens = a grootste brandpuntsafstand = a
2. sterkst lens = a grootste brandpuntsafstand = b
3. sterkst lens = b grootste brandpuntsafstand = b
4. sterkst lens = b grootste brandpuntsafstand = a

Welke werking heeft lens a en is deze positief of negatief ?

1. convergerende werking positieve lens
2. convergerende werking negatieve lens
3. divergerende werking positieve lens
4. divergerende werking negatieve lens

Welke werking heeft lens b en is deze positief of negatief ?

1. convergerende werking positieve lens
2. convergerende werking negatieve lens
3. divergerende werking positieve lens
4. divergerende werking negatieve lens

Welke werking heeft lens c en is deze positief of negatief ?

1. convergerende werking positieve lens
2. convergerende werking negatieve lens
3. divergerende werking positieve lens
4. divergerende werking negatieve lens

Wat zit er
in de koker a ?

1. niets
2. holle lens
3. bolle lens
4. spiegel

Wat zit er
in de koker b ?

1. niets
2. holle lens
3. bolle lens
4. spiegel

Wat zit er
in de koker c ?

1. niets
2. holle lens
3. bolle lens
4. spiegel

Wat zit er
in de koker d ?

1. niets
2. holle lens
3. bolle lens
4. spiegel

Vanuit een klein lampje valt licht
op een positieve lens.
Het licht komt achter de lens weer in één punt.
Hoe noem je dit punt ?

1. het beeldpunt
2. het brandpunt
3. het voorwerpspunt
4. het midden van de lens

Met een + lens kan je een voorwerp
afbeelden op het scherm.

Welke bewering is waar over het beeld ?

1. beeld is rechtop beeld is altijd verkleind
2. beeld is rechtop verschillende beeldgrootte
3. beeld is ondersteboven beeld is altijd verkleind
4. beeld is ondersteboven verschillende beeldgrootte

Een beeld maken met een + lens van een lampje op het scherm. Afstand lampje - lens = 15 cm. Afstand scherm - lens = 7,5 cm.
Bereken de brandpuntsafstand. Antw. 1 decimaal.

Beamer foto op scherm is 180 cm x 135 cm.
De vergroting is 60 X
Hoe groot is de afbeelding op een LCD scherm ?
antwoord = ...... cm x ...... cm (één decimaal)

f = 12 cm, hoogte kaars
10 cm, b = 36 cm
Bereken v in cm.

f = 12 cm, hoogte kaarsvlam
1,4 cm, b = 36 cm
Bereken hoogte beeld van de vlam (cm) 1 decimaal

f = 12 cm, hoogte kaarsvlam
1,4 cm, b = 36 cm
Bereken sterkte van de lens 1 decimaal

einde