§3.4 - Voedselrelaties

Kort 3.2
Plant neemt stoffen op door huidmondjes (bladeren) en wortelharen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kort 3.2
Plant neemt stoffen op door huidmondjes (bladeren) en wortelharen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vervoeren stoffen
De vaten lopen vanaf de wortels tot in de bladnerven van de bladeren. De vaten liggen in groepen bij elkaar: de vaatbundels.
2 soorten vaten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Houtvaten
● hierdoor stroomt water met mineralen uit de wortels omhoog
● zijn wijd
● liggen aan de binnenkant van de vaatbundel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bastvaten
● hierdoor stroomt water met glucose en andere voedingsstoffen vanuit de bladeren naar de andere delen van de plant
● zijn nauwer
● liggen aan de buitenkant van de vaatbundel

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

§3.4 Voedselrelaties 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
1. Terugblik: vragen/huiswerk?
2. Huiswerk nieuw + planning deze periode
3. Lesdoelen
4. Wat weet je al?
5. Nieuwe theorie en checks
6. Vragen? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Terugblik

Slide 7 - Slide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.

Planten: Vindt verbranding overdag plaats? Vindt fotosynthese overdag plaats?
A
Verbranding niet, fotosynthese wel.
B
Verbranding wel, fotosynthese niet.
C
Verbranding wel, fotosynthese wel.
D
Verbranding niet, fotosynthese niet.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese? 
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


glucose + zuurstof -> energie + water + koolstofdioxide.

Deze reactie is een : 
A
geen verbranding
B
onvolledige verbranding
C
volledige verbranding
D
fotosynthese

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Huidmondjes zorgen voor:
A
gaswisseling
B
verdamping
C
mooie bladeren
D
gaswisseling en verdamping

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Als een tomaat rijp wordt, welke verandering vindt dan plaats?
A
Zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
D
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Verplicht:
- Digitale opdrachten of werkboekopdrachten 3, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 15
Aanbevolen:
- Oefenopdrachten Lesson-Up
- Leerdoelen uitwerken (zie bestand 'leeroelen' in team)
- Oefenen op biologiepagina.nl

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen §3.4
- Je kent de verschillende niveaus van een ecosysteem en hoe organismen met elkaar samenleven . 
- Je begrijpt voedselrelaties/voedselpiramides en kan zelf een voedselweb maken aan de hand van een verhaal.
- Je begrijpt het begrip biomassa en hoe dit tussen organismen en de omgeving vloeit.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
Ecosysteem zijn alle biotische en abiotische factoren in een gebied. Alle biotische factoren samen vormen de levensgemeenschap.

Alle organismen van 1 soort in een levensgemeenschap noem je een populatie. 1 organisme in een populatie noem je een individu.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Niveaus van de ecologie

- Individu
- Populatie
- Levensgemeenschap
- Ecosysteem

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen §3.4
- Je kent de verschillende niveaus van een ecosysteem en hoe organismen met elkaar samenleven.  
- Je begrijpt voedselrelaties/voedselpiramides en kan zelf een voedselweb maken aan de hand van een verhaal.
- Je begrijpt het begrip biomassa en hoe dit tussen organismen en de omgeving vloeit.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe noteer je voedselrelaties?

Er zijn 3 manieren om voedselrelaties weer te geven
- voedselketen
- voedselweb
- piramide (van aantallen en van biomassa)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Piramide van aantallen
1 havik 

100 koolmezen

100.000 rupsen

1 eikenboom

Slide 21 - Slide

This item has no instructions



Maak een voedselketen en kies minimaal 3 organismen uit volgende organismen:
konijn, muis, uil, gras, vos, roofvogel, lammetje, bessenstruik, mus, rat

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen §3.4
- Je kent de verschillende niveaus van een ecosysteem en hoe organismen met elkaar samenleven.  
- Je begrijpt voedselrelaties/voedselpiramides en kan zelf een voedselweb maken aan de hand van een verhaal.
- Je begrijpt het begrip biomassa en hoe dit tussen organismen en de omgeving vloeit.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa
Elke stap naar boven gaat er energie verloren aan verbranding

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen de piramides
Deze is altijd piramidevorm!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa
Energieverlies

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions



Bekijk de video over ecosysteem en voedselrelaties via de volgende link: https://youtu.be/q_qPSl0HmIU.

Exit-vraag: Geef in eigen woorden weer wat er in de video vertelt wordt. 

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de opdrachten van 3.4
Maak opdracht 3 tot en met 13
Poster af op uiterlijk 18 juni

Slide 29 - Slide

This item has no instructions