H5 WA Hfst 10 paragraaf 3+4

1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning van de les
  • Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
  • Uitleg leerdoelen deze les
  • Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van de vorige les
- Ik kan rekenen met de vuistregels van de normaal verdeling

Slide 3 - Slide

Ik kan rekenen met de vuistregels van de normaal verdeling.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

De lampen van lantaarnpalen bij een snelweg hebben een levensduur van gemiddeld 4800 uur en een standaardafwijking van 250 uur.
Neem aan dat de variabele levensduur van de lampen normaal verdeeld is.
Alle lampen worden vervangen als 2,5% van de lampen defect is, na hoeveel uren is dat het geval?

Slide 5 - Open question

Leerdoelen van deze les
  • Ik kan aangeven of een steekproef representatief is.
  • Ik kan het verschil tussen een steekproefproportie en populatieproportie benoemen.
  • Ik kan de steekproefproportie of populatieproportie uitrekenen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wie woont er in Uden?
A
Ik!
B
Gelukkig niet zeg!

Slide 8 - Quiz

Onderzoek naar woonplaats van leerlingen UC
Is deze steekproef representatief?
Is deze steekproef aselect?
Wat is de steekproefomvang?
Is deze steekproef voldoende groot?

Is dit dus een goede steekproef?

Slide 9 - Slide

Hoeveel % van de leerlingen uit de klas woont in Uden?

Slide 10 - Open question

Proportie





Proportie is dus gedeelte : totaal aantal
(eigenlijk dus de factor van het percentage)

Slide 11 - Slide


Slide 12 - Open question


Slide 13 - Open question

Hoe kun je nu met een steekproefproportie toch iets zeggen over de populatieproportie?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opgave 19 en 20 op blz 206-207 maken we samen.

Slide 16 - Slide

huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
  • Ik kan aangeven of een steekproef representatief is.
  • Ik kan het verschil tussen een steekproefproportie en populatieproportie benoemen.
  • Ik kan de steekproefproportie of populatieproportie uitrekenen

Maak hiervoor opgave 21 t/m 24 van paragraaf 4 
(kijk je hw ook na!)

Slide 17 - Slide