Redekundig ontleden (1/2)

Grammatica
Redekundig ontleden
Aan de slag met de startopdracht
Maak 2 zinnen met het woord 'voetballen':

a. In zin 1 is voetballen een werkwoord

b. In zin 2 is voetballen een zelfstandig 
     naamwoord. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Grammatica
Redekundig ontleden
Aan de slag met de startopdracht
Maak 2 zinnen met het woord 'voetballen':

a. In zin 1 is voetballen een werkwoord

b. In zin 2 is voetballen een zelfstandig 
     naamwoord. 

Slide 1 - Slide

Vorige lessen
Taalkundig ontleden
Zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voornaamwoorden, bijwoord en voorzetsel

Vandaag
Redekundig ontleden
Zinsdelen, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp
Volgende lessen
Redekundig ontleden
Huiswerk: Kern H20 (vanaf p.82), opdracht 1-2-6, Kern H21 (vanaf p.89), opdracht 6-7

Slide 2 - Slide

Kern H36 (vanaf p.146), opdracht 1-2-3-6-8

Terugblik: huiswerk

Slide 3 - Slide

Taalkundig ontleden
Elk woordje apart benoemen
Redekundig ontleden
Delen van een zin benoemen

Slide 4 - Slide

Redekundig ontleden - Zinsdelen
Mijn vader heeft gisteren een bos bloemen aan mijn moeder gegeven.

Hoeveel combinaties kun jij maken?
Gisteren heeft mijn vader een bos bloemen aan mijn moeder gegeven.
...

timer
3:00

Slide 5 - Slide

Stap 1 - Vind de persoonsvorm (PV)
Mijn vader heeft gisteren een bos bloemen aan mijn moeder gegeven.
Werkwoord - Bepaalt wat er in de zin gebeurt.
Verander de zin van tijd (PV verandert)
Verander de zin van enkelvoud > meervoud (PV verandert)
Maak een vraagzin (PV vooraan)

Slide 6 - Slide

Stap 2 - Verdeel de zin in zinsdelen.
Mijn vader heeft (PV) gisteren een bos bloemen aan mijn moeder gegeven.
Zet strepen om de persoonsvorm. 
Alles wat in zijn geheel voor de PV kan, is één zinsdeel. 

Slide 7 - Slide

Stap 3 - Werkwoordelijk gezegde (WG)
Mijn vader | heeft (PV) | gisteren | een bos bloemen | aan mijn moeder | gegeven.
‘Zegt’ wat het onderwerp ‘doet’
Persoonsvorm + alle andere werkwoorden in de zin.

Let op: 'zich' - 'aan het' - 'te' horen ook bij het WG!

Slide 8 - Slide

Stap 4 - Onderwerp (OW)
Mijn vader | heeft (PV) | gisteren | een bos bloemen | aan mijn moeder | gegeven (WG).
Wie doet het?

Wie/wat + WG

Slide 9 - Slide

Ontleed de zin met het stappenplan.
Mijn opa zit elke dag langs de rivier te vissen. 
Persoonsvorm
Zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp

Slide 10 - Slide

Redekundig ontleden
Kern H20 (vanaf p.82), opdracht 1-2(a-d)-6
Kern H21 (vanaf p.89), opdracht 6

Je leert zelfstandig en in stilte
Maak gebruik van de theorie op pagina 82, 84 en 88.
Klaar? Nakijken met het antwoordenboekje (SOM). Daarna verder werken aan de opdrachten in de studiewijzer (SOM).
timer
25:00

Slide 11 - Slide

Vorige lessen
Taalkundig ontleden
Zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voornaamwoorden, bijwoord en voorzetsel

Vandaag
Redekundig ontleden
Onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde
Volgende lessen
Redekundig ontleden
Huiswerk: Kern H20 (vanaf p.82), opdracht 1-2(a-d)-6, Kern H21 (vanaf p.89), opdracht 6

Slide 12 - Slide