Spaans oefenen

Practicamos el español
Vandaag oefenen we met de stof die we hebben geleerd.

Capítulo 1


1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Practicamos el español
Vandaag oefenen we met de stof die we hebben geleerd.

Capítulo 1


Slide 1 - Slide

Sleep de woorden bij de juiste meervoudsvorm in het Spaans
S
ES
ciudad
hermano
tía
reloj
prima
televisión
madre
abuelo

Slide 2 - Drag question

El verbo ser
Lees bron J op blz. 16 van je tekstboek voordat je de volgende opdrachten maakt.

Slide 3 - Slide

Sleep de blauwe woorden naar de gele woorden!
yo
él, ella, usted
nosotros
vosotros
ellos, ellas, ustedes
soy
eres
es
somos
sois
son

Slide 4 - Drag question

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Vosotros...........españoles.
1. María.........una chica muy inteligente.
2. Yo y Carlos................amigos.
5. Tú...........muy guapo.
4. María y Marta.................alumnas.
6. Yo.....profesor de español.
soy
eres
son
sois
somos
es

Slide 5 - Drag question

Los colores
Herhaal de woorden uit de woordenlijst op blz. 27 van je werkboek A voordat je de volgende opdracht maakt. 

Slide 6 - Slide

amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 7 - Drag question

Los verbos regulares
Lees bron I op blz. 24 van je tekstboek voordat je de volgende opdrachten maakt.

Slide 8 - Slide

Practicamos el español
Vandaag oefenen we met de stof die we hebben geleerd.

Capítulo 2


Slide 9 - Slide

Practicamos el español
Lees bron I op blz. 24 van je tekstboek voordat je de volgende opdrachten maakt.

Slide 10 - Slide

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS

Slide 11 - Drag question

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -ER
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
COMO
APRENDES
BEBES
CORREMOS
VENDEN
APRENDEMOS
VENDÉIS
BEBE
COMEMOS
VENDO
APRENDEN
COME
CORRE
BEBÉiS

Slide 12 - Drag question

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -IR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
VIVÍS
VIVIMOS
ESCRIBE
VIVO
COMPARTO
ESCRIBIMOS
COMPARTEN
VIVES
ESCRIBEN
VIVE

Slide 13 - Drag question

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Juan y María............holandés.
1. Pablo......................en España.
2. Tú y ella........................un café.
5. Yo....................con mi amigo.
4. Nosotros...........la puerta.
6. María .......................un correo.
aprenden
vive
bebéis
abrimos
hablo
escribe

Slide 14 - Drag question

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
hablo
bebo
habláis
come
vivimos
escriben
vivís
hablan
preguntamos
vives
vende
compran
escuchas
escucháis
vive
bebemos
compro
bailas
bailáis
leemos
habla
leen
escuchas
pregunto

Slide 15 - Drag question

Las palabras
In de volgende opdrachten herhaal je verschillende woorden die we dit schooljaar zijn tegengekomen.

Slide 16 - Slide

vivir
trabajar
lejos
el centro comercial
a la derecha
todo recto
a la izquierda
el número
¡Qué pena!
cerca (de)
wonen, leven
werken
ver
het winkelcentrum
naar rechts, aan de rechterkant
rechtdoor
naar links , aan de linkerkant
het nummer
Wat jammer!
dichtbij

Slide 17 - Drag question

Weet jij de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
vender
escuchar
escribir
compartir
beber
tocar
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
luisteren
eten
instrument bespelen, aanraken
delen
zingen
verkopen

Slide 18 - Drag question

Sleep de juiste vertaling van de vraagwoorden
 waar
hoeveel
hoe
wie
wanneer
waarom
wat / welk
¿Cuánto?
¿Cuándo?  
¿Cómo?
¿Dónde?  
¿Cuánta?
¿Por qué?

¿Quién?
¿Cuál? 
¿Qué?  

Slide 19 - Drag question

Buen trabajo
Je hebt alle opdrachten voor deze week gemaakt! Goed gewerkt!

Slide 20 - Slide