Hoofdstuk 7

r - i - b - n - e  
e - h - t - r - c 
d - o - s - e – p 
z - i - t - n - e 
r - t - e - g - s - u 
r - a - h - t 
u - k - r - d 
w - s - ij - e - b 
l - h - p - u 
s - i - d - e - t - n
maak 10 bestaande woorden
vocabulaire hoofdstuk 6
1 / 31
next
Slide 1: Mind map
NT2WOStudiejaar 6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

r - i - b - n - e  
e - h - t - r - c 
d - o - s - e – p 
z - i - t - n - e 
r - t - e - g - s - u 
r - a - h - t 
u - k - r - d 
w - s - ij - e - b 
l - h - p - u 
s - i - d - e - t - n
maak 10 bestaande woorden
vocabulaire hoofdstuk 6

Slide 1 - Mind map

1   
6
10  
r - i - b - n - e  
e - h - t - r - c 
d - o - s - e – p 
z - i - t - n - e 
r - t - e - g - s - u 
r - a - h - t 
u - k - r - d 
w - s - ij - e - b 
l - h - p - u 
s - i - d - e - t - n

Slide 2 - Slide

7
Nederlands leren
Nieuw in het Nederlands 
te + infinitief

Slide 3 - Slide

1

Slide 4 - Video

00:00
Noteer 10 favoriete woorden 
die je hebt gehoord.

Slide 5 - Slide

Heb je jouw 
favoriete woord 
gehoord?

Wat is jouw 
favoriete woord?
Wat is het moeilijkste woord?
Is er ook een lelijkste woord
Welk woord uit je 
eigen taal 
mis je?

Slide 6 - Slide

Woordaccent
Onderstreep de woordaccenten
Welke regels zijn er?

Slide 7 - Slide

Woordaccent
De regels
samengestelde woorden
blz. 28

Slide 8 - Slide

Woordaccent
De regels
samengestelde woorden
blz. 28
scheidbare werkwoorden
blz. 99

Slide 9 - Slide

Woordaccent
De regels
samengestelde woorden
blz. 28
scheidbare werkwoorden
blz. 99
woorden die beginnen met een prefix
blz. 99

Slide 10 - Slide

Wat is het verhaal bij de clip?
Parijs / Kenny B.

Slide 11 - Slide

Dit is het verhaal bij de clip.
Parijs / Kenny B.

Slide 12 - Slide

in zinnen met meer werkwoorden 
mogen, willen, kunnen, moeten, zullen, gaan, laten, blijven, komen, zien, horen
zonder 'te'
hoeven, durven, vragen, proberen, beloven, beginnen, besluiten, hopen, verwachten, vergeten, zitten 
te + infinitief
met 'te'
Subject - PV - rest - infinitief: Jij wilt iets leren.
Subject - PV - rest - te + infinitief: Jij hoopt iets te leren.

Slide 13 - Slide

 Welke emoji gebruik je veel? 
Wat betekent die emoji volgens jou?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

blij
zenuwachtig
bang
boos
verdrietig

Slide 16 - Slide

blij
zenuwachtig
bang
boos
verdrietig
vrolijk
nerveus
angstig
kwaad
triest

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

hoofdstuk 3: mening vragen / geven
hoofdstuk 4: een voorstel doen en iets afwijzen

hoofdstuk 6: het met iemand eens of oneens zijn
hoofdstuk 7: meevoelen en geruststellen
hoofdstuk 8: reageren op een discussiepartner
hoofdstuk 10: iets niet willen / kunnen zeggen
Taalhandelingen
iets zeggen met een zeker doel voor ogen.
speech act
taaluiting -> bedoeling -> effect
hoofdstuk 5: reageren op een idee / plan / voorstel
hoofdstuk 7: meevoelen en geruststellen

Slide 19 - Slide

In drie drukke winkel- en horecastraten in Amsterdam
 is onderzocht hoeveel procent van het personeel in winkels en horeca 
alleen Engels spreekt. 
Wat denk je dat het gemiddelde percentage ongeveer is?
Kalverstraat
Kinkerstraat
Utrechtsestraat

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Toeristen voelen zich meer welkom als mensen Engels tegen ze praten, volgens Pim Evers van Koninklijke Horeca Nederland.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Er zijn te weinig Nederlanders om in winkels en horeca te werken. Daarom zoeken bedrijven op de internationale markt naar personeel.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Nicoline van der Sijs zegt dat de invloed van het Engels op het Nederlands niet zo heel groot is.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Veel Engels woorden passen we aan het Nederlands aan.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Nicoline van der Sijs vindt dat Engelstalig personeel een basiskennis van het Nederlands moet hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

De kans is groot dat het Nederlands helemaal verdwijnt.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Wat vind jij? 

Vind je dat internationale medewerkers in de winkels en horeca (goed) Nederlands moeten leren? 

Waarom wel / niet?

Slide 28 - Slide

Vertel elkaar een verhaal en begin met 
'Er was eens...'

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide