Het doel van een tekst - 25-05-2022

Welkom klas H1d! 


LESDOEL:
Leren hoe je het doel van een tekst kan herkennen.

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom klas H1d! 


LESDOEL:
Leren hoe je het doel van een tekst kan herkennen.

Slide 1 - Slide

Waarom schrijft iemand eigenlijk een tekst?
A
Om je iets te leren
B
Om je te overtuigen van haar of zijn mening
C
Om je te amuseren
D
Om je iets (anders) te laten doen

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het doel van de tekst is informeren. Wat wil de schrijver bereiken?
A
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.
B
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
C
De schrijver wil je vermaken.
D
De schrijver wil je overhalen iets te doen.

Slide 5 - Quiz

Geef een voorbeeld van een tekstsoort bij het tekstdoel informeren.
A
Verhaal
B
Advertentie
C
Krantenbericht
D
Strip

Slide 6 - Quiz


Je gaat een kast van de IKEA in elkaar zetten. Hiervoor gebruik je de gebruiksaanwijzing. Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstdoel hoort een recept?
A
Iets leren of uitleggen (instrueren).
B
Een mening geven.
C
Iets laten doen (activeren).
D
Vermaken.

Slide 8 - Quiz

Welke tekstdoelen en tekstsoorten horen bij elkaar?
Stripverhaal
Recept 
Uitnodiging voor een feest
Krantenbericht
Recensie (bespreking van een film/boek)
Amuseren
Instrueren
Informeren
Activeren
Overtuigen

Slide 9 - Drag question


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 10 - Quiz


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 11 - Quiz


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
activeren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 12 - Quiz


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 13 - Quiz


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 14 - Quiz


Welk tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 15 - Quiz

Nog even iets leuks

Slide 16 - Slide

BEELDTAAL

Slide 17 - Slide

Je hoeft niet altijd woorden te gebruiken om iets te vertellen.
Met plaatjes en symbolen kun je ook vertellen.

Plaatjes en symbolen zijn vaak makkelijker dan woorden.
Over de hele wereld snapt iedereen beeldtaal.



Slide 18 - Slide

Welke beeldtaal ben je vandaag tegengekomen?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

het Nederlands handalfabet

Slide 21 - Slide

Pictogrammen en iconen zijn plaatjes die iets duidelijk maken (beeldtaal).





Bijvoorbeeld geven ze aan 
waar de nooduitgang of het toilet is, of er wifi in een restaurant is.

Slide 22 - Slide

I ❤️ EMOJI'S
Gebruik jij wel eens smileys of emoji's?

Slide 23 - Slide

Typ het berichtje hieronder over en zet er zo veel mogelijk emoji's in.

Hoeveel zakgeld krijgt jij van je ouders? Ik ga meer vragen, omdat ik een nieuwe telefoon wil kopen. Ik hoop dat ze 'ja' zeggen, anders baal ik echt. Ik zie je zo bij de voetbal!

Slide 24 - Open question


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question

HUISWERK
H.5 Nederlands Online: Lezen
Alle opdrachten van Lezen zijn klaar tegen dinsdag 23 maart!

Succes!

Slide 27 - Slide