VWO 2 Meervoud

VWO 2
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VWO 2

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
- Wiederholung Possessivpronomen (bezittelijk voornaamwoord)
- Üben Wörterliste
- Neu: Mehrzahl (meervoud)

Slide 2 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Mijn boek!
jullie ouders
hun spullen
jouw schrift
uw huis

Slide 3 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.


De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis.  Ze geven dus een bezit aan.


Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus.... 

1. Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad

2. Das ist eine Schule = Das ist meine Schule





Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Was ist ...............(jouw) Ziel (o)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 6 - Quiz

...............(mijn) Hobby (o) ist Leichtathletik.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 7 - Quiz

............ (jullie) Pferd (o) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 8 - Quiz

Maaike ist ..............(haar) Freundin.
A
euer
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 9 - Quiz

Das sind..................(onze) Eltern (mv).
A
deine
B
dein
C
unser
D
unsere

Slide 10 - Quiz

Ist das ..... (jullie) Mannschaft?
A
ihr
B
eure
C
ihre
D
euer

Slide 11 - Quiz

Das ist ..................(onze) Ball (m).
A
sein
B
seine
C
unser
D
unsere

Slide 12 - Quiz

Wörterliste A

Slide 13 - Slide

een goal scoren

Slide 14 - Open question

de wedstrijd (balsport)

Slide 15 - Open question

vermoeiend

Slide 16 - Open question

de toeschouwers (mv)

Slide 17 - Open question

schaatsen

Slide 18 - Open question

Wörterliste B

Slide 19 - Slide

op zaterdag

Slide 20 - Open question

naar de bioscoop gaan

Slide 21 - Open question

Dat is leuk

Slide 22 - Open question

in het weekend

Slide 23 - Open question

naar muziek luisteren

Slide 24 - Open question

het meervoud

Slide 25 - Slide

Regeln
mannelijk: +e + Umlaut      Arzt/ Ärzte
vrouwelijk: +en +n +nen     Freundin/ Freundinnen; Katze/ Katzen
onzijdig: +e                              Schaf/ Schafe

Uitzonderingen uitgang woord op er/en/el/chen : geen uitgang
Lehrer, Mittel, Wagen, Mädchen...

Slide 26 - Slide

+n
mannelijk
onzijdig
vrouwelijk
onveranderd
e + Umlaut
+ en
+e
woord uitgang op er/el/en/ chen
-nen

Slide 27 - Drag question

der Baum
A
die Baume
B
die Bäume
C
die Baüme
D
die Baumen

Slide 28 - Quiz

die Frau
A
die Fraue
B
die Frauen
C
die Fraun
D
die Fraus

Slide 29 - Quiz

der Arzt
A
die Arzten
B
die Arzte
C
die Ärzte
D
die Ärzten

Slide 30 - Quiz

das Schiff (schip)
A
die Schiffs
B
die Schiffe
C
die Schiffen
D
die Schiffer

Slide 31 - Quiz

die Lehrerin
A
die Lehrerinnen
B
die Lehrerinen
C
die Lehrerin
D
die Lehrerins

Slide 32 - Quiz

der Leser
A
die Leser
B
die Lesere
C
die Lesers
D
die Leseren

Slide 33 - Quiz

die Rose
A
die Rosen
B
die Roses
C
die Rose
D
die Rosennen

Slide 34 - Quiz

das Programm
A
die Progrämme
B
die Programme
C
die Programmen
D
die Programe

Slide 35 - Quiz

das Messer
A
die Messere
B
die Messeren
C
die Messer
D
die Messers

Slide 36 - Quiz

Hausaufgabe
Machen:
S. 17 4.3 d (Übersetzungssätze)
S. 17 4.4 meervoud 
Lernen:
Wörterliste A und B

Slide 37 - Slide

So das wars, gibt es noch Fragen?

Slide 38 - Open question