Studentbijeenkomst UT di 21 sept 21

2 thema's
1. Wat is mijn onderwijsvisie?
2. Hoe ga ik om met ordeverstoringen?

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2 thema's
1. Wat is mijn onderwijsvisie?
2. Hoe ga ik om met ordeverstoringen?

Slide 1 - Slide

Wat betekent dat:
onderwijsvisie?

Slide 2 - Mind map

Jouw voorbereiding
Lees je in dit thema in.
Welke onderbouwing in de gelezen literatuur heeft jou geholpen 
bij het formuleren van jouw onderwijsvisie?
- Bronvermelding -

Slide 3 - Slide

Onderwijsvisie
Wat is jouw ideaalbeeld van het onderwijs?
Wat vind jij een goede docent?
Waar komt dit beeld vandaan?
Wat vind jij belangrijk in het docentschap en
in het lesgeven in jouw vak?
Welke pedagogische, vakdidactische en inhoudelijke keuzes maak je?

Slide 4 - Slide


Wat is jouw ideaalbeeld van het onderwijs?
Wat vind jij een goede docent?
Waar komt dit beeld vandaan?
Wat vind jij belangrijk in het docentschap en in het lesgeven in jouw vak?
Welke pedagogische, vakdidactische en inhoudelijke keuzes maak je?
Formuleer jouw visie op het beroep van docent en op het lesgeven in jouw vak.
Licht deze visie toe.

Slide 5 - Slide

Hoe wil je omgaan met ordeverstoringen?
Je hebt ordesituaties en reacties van docenten geobserveerd.
Je hebt er samen over gesproken.  
Je hebt je ingelezen in dit thema. Welke literatuur heeft je hierbij geholpen?
- Bronvermelding -

Slide 6 - Slide

CORRECTIELADDER
non-verbaal gedrag
verbaal gedrag
Negeren
Aankijken: neutraal, vragend of streng
Aankijken en vinger op de mond leggen
Aankijken en wenkbrauwen fronsen en aanwijzen
Aankijken en naam noemen
Op de leerling afstappen
Schouders ophalen en vragend kijken
Naar de leerling wijzen en de naam noemen
In de vingers knippen
Zachter gaan praten
Harder gaan praten
Nadrukkelijker gaan praten
Stoppen in een verhaal
Naam van een leerling terloops noemen
Naam noemen: neutraal, vragend, streng
Reageren met humor
Een vraag stellen over het gedrag, wat er is
Iets vragen aan de leerling (over de lesstof) zodat hij stopt met zijn gedrag
Aan de leerling rechtstreeks vragen of hij wil stoppen met zijn gedrag.
Ik-boodschap afgeven: “ik heb last van jouw gedrag” of “ik wil uitleg geven en vind het storend als je er doorheen praat”.
De drieslagregel toepassen

Slide 7 - Slide

Welk non-verbaal gedrag
pas jij toe?

Slide 8 - Mind map

CORRECTIES STERKER MAKEN
- de leerling laten kiezen, “of je doet nu mee of…”
- de leerling niet meer mee laten doen met de les
- de leerling verplaatsen naar een plaats achter (of juist vooraan) in de klas
- de leerling andere opdrachten laten maken
- de leerling strafwerk geven
- de leerling laten nablijven
- de leerling tijdelijk verwijderen
- de leerling eruit sturen

Slide 9 - Slide

Welk verbaal gedrag
pas jij toe?

Slide 10 - Mind map

Hoe ziet jouw escalatieladder eruit?

Slide 11 - Slide

DRIESLAG-REGEL
1. Het waarneembare, ongewenste gedrag benoemen 
(“ik zie/hoor dat je …”).
2. De (leef)regel benoemen (“De regel is…”)
3. Het gewenste gedrag benoemen (“Ik wil dat je meeluistert”).

Slide 12 - Slide

EFFECT DRIESLAGREGEL
Je wijst het gedrag van de leerling af en niet de persoon. 
Dit is een krachtiger manier van corrigeren dan een 
ik-boodschap afgeven:
"Ik wil iets uitleggen en vind het storend als je er doorheen praat.”

Slide 13 - Slide

Wat zou jij doen?
Een leerling blijft praten met zijn buurjongen.

Slide 14 - Slide

Wat zou jij doen?
Een leerling heeft kauwgom in zijn mond 
of zit te eten tijdens de les.

Slide 15 - Slide

Wat zou jij doen?
Leerlingen lachen een andere leerling uit.

Slide 16 - Slide

Hoe wil je omgaan met ordeverstoringen?
Je hebt ordesituaties en reacties van docenten geobserveerd.
Je hebt je ingelezen in dit thema.
Je hebt er samen over gesproken. 
Wat heeft je geholpen bij de wijze waarop je nu met ordeverstoringen
wilt omgaan?

- Bronvermelding -

Slide 17 - Slide