Par 2 Kracht van rivieren

Par 2 Kracht van rivieren
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par 2 Kracht van rivieren

Slide 1 - Slide

Lezen
Mavo: blz 42 en 43, alle stukjes 

Havo: blz 27 tm 29, alle stukjes

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
• wat de bovenloop, middenloop en benedenloop van een rivier is
• wat het stroomgebied van een rivier is
• wat de monding van een rivier is
• hoe een V-dal wordt gevormd
• hoe rivieren voor erosie en sedimentatie zorgen
• wat de waterkringloop inhoudt
• de begrippen verdampen en condenseren

Slide 3 - Slide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 4 - Slide

In welke 2 landen ligt het grootse gedeelte van de Alpen?
A
Zwitserland en Duitsland
B
Duitsland en Frankrijk
C
Zwitserland en Frankrijk
D
Zwitserland en Oostenrijk

Slide 5 - Quiz

Wat is sedimentatie
A
Het afslijten van gebergten
B
Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind
C
Ontstaan van de ijstijd
D
Het lenen van geld

Slide 6 - Quiz

Koppel het juiste begrip aan het cijfer (1p)
1
2
3
4
5
eindmorene
gletsjer
gletsjerpoort
rivier
zijmorene

Slide 7 - Drag question

Hoe heet het puin op de voorgrond van de foto?
A
Grondmorene
B
Eindmorene
C
Zijmorene
D
Middenmorene

Slide 8 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 9 - Slide

Rivieren
Rivieren hebben een boven, midden en benedenloop.
Nederland ligt voor het grootste deel in de benedenloop van de grote rivieren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bovenloop
Een rivier stroomt van de bron naar de zee.
Rijn: begint in de Zwitserse Alpen (2.300 m) en eindigt in zee bij Nederland (0 m).
Snelstromend door reliëf, veel materiaal, veel erosie, vorming V-dalen.

Slide 13 - Slide

Middenloop
Middenloop: tussen bovenloop en benedenloop. Na Basel langzamere stroomsnelheid. Nog steeds erosie, maar ook neerleggen sediment

Slide 14 - Slide

Benedenloop
Benedenloop: laatste deel tot aan de monding in zee. Vanaf Bonn en Keulen, brede rivier door water uit zijrivieren. Weinig reliëf: trage stroming, wijde bochten. 
Meander.
Veel sedimentatie: eerst grind, later zand en klei.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Sedimentatie
Een rivier neemt zand en klei mee.
Als de rivier langzamer gaat stromen is er sedimentatie.
De rivier zet dan zand en klei af.
Door sedimentatie kan een rivier dichtslibben.
Het water zoekt dan een nieuwe weg. Er ontstaan dan vertakkingen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Stroomgebied
Vanuit het stroomgebied van de Rijn stroomt veel water. Nederland binnen.
2.200 m³ water per seconde

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Waterkringloop
     1 water verdampt boven zee.
2 warme, vochtige lucht stijgt op en koelt af
3 de waterdamp condenseert wolken
4 wind brengt wolken boven land
5 er kan neerslag vallen deel als sneeuw
6 deel smelt- en regenwater infiltreert in de  grond, deel verdampt
7 het water stroomt via rivieren, meren en grondwater terug naar zee

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

De vertakkingen van een rivier in de delta ontstaan doordat door sedimentatie de rivieren soms dichtslibben. Een deel van het water zoekt een nieuwe weg naar zee.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Waar is deze foto gemaakt?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 25 - Quiz

In welk land is de rivier de Rijn ontstaan?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Zwitserland
D
Denemarken

Slide 26 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 27 - Quiz

Welk woord ontbreekt er bij de rode rechthoeken?
A
Condenseren
B
Infiltreren
C
Verdampen
D
Regenen

Slide 28 - Quiz

In de bovenloop zijn de hoogteverschillen groot, vandaar een hoge stroomsnelheid en erosie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

En nu?
Rustig aan de slag met de GEO.

Slide 30 - Slide