Les1: Kapitalisme vs Communisme

1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Communisme

Slide 2 - Mind map

Wat zijn de drie soorten productiemiddelen?

Slide 3 - Open question

Kijkvragen:
  • Wat merkte Karl Marx op over de productiemiddelen?
  • Wat is kapitalisme?
  • Wat is een belangrijk kenmerk van het communisme?
  • Hoe ontstond het communisme?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat merkte Karl Marx op over de productiemiddelen?

Slide 6 - Open question

Hoe noemde Karl Marx dit fenomeen?
A
Communisme
B
Narcisme
C
Socialisme
D
Kapitalisme

Slide 7 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van het communisme?

Slide 8 - Open question

Hoe ontstond het communisme?
A
De arbeiders kwamen in opstand
B
Een overheid nam controle over de productiemiddelen
C
Alle productiemiddelen werden gekocht door fabriekseigenaren
D
Mensen lieten schapen grazen op hun velden

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Planeconomie 

De overheid bepaald wat er geproduceerd wordt.

Leverde relatief minder welvaart op.
Vrijmarkteconomie 

Productie volgens de wet van vraag en aanbod.

Leverde relatief meer welvaart op.

Slide 11 - Slide

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats!
Kapitalisme
Communisme
Vrijemark
economie
Plan
economie
Oost
West

Slide 12 - Drag question

Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Kapitalisme
Communisme
Productie wordt door de staat geleid
Productie wordt geregeld door particuliere bedrijven

Slide 13 - Drag question

In welke delen van Europa is de welvaart het grootst?
A
Oost- en Zuid-Europa
B
Noord- en West-Europa
C
Noord- en Oost Europa
D
Zuid- en West Europa

Slide 14 - Quiz

In welk deel van Europa hebben ze lang te maken gehad communisme?
A
Noord-Europa
B
Oost- Europa
C
Zuid-Europa
D
West-Europa

Slide 15 - Quiz

Hoe heette tot 1989 de grens tussen Oost-Europa en West-Europa?
A
de IJzeren muur
B
het IJzeren gordijn
C
Oost-West scheiding
D
grens van 1989

Slide 16 - Quiz

Welke landen in Europa zijn het rijkst?
A
Oost Europese landen
B
West Europese landen

Slide 17 - Quiz