7.2 Oorlog en vrede

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

7.2 Oorlog en vrede

Foto: Rabin, Clinton en Arafat (1993).

Leerdoelen

In Egypte, Syrië en Irak kwamen door staatsgrepen van het leger nationalistische presidenten aan de macht. 

Nasser: Egypte

1956: Suezcrisis.

1964: oprichting PLO. (Vereniging van Palestijnse verzetsorganisaties).

Al-Fatah: grootste strijdorganisatie.

Leider: Yasser Arafat.

Doel: bevrijding van Palestina en stichten van een Palestijnse staat.

1967: Zesdaagse oorlog.

Egypte, Jordanië en Syrië verloren veel gebied aan Israël en Israël bezette Oost-Jeruzalem, de Westoever en Gaza.

Gevolg: veel Palestijnen kwamen in door Israël bezette gebieden 

te wonen.

1973: Jom Kippoeroorlog.

Egypte en Syrië wilden gebied terugwinnen van Israël. (Lukte niet).

Gevolg: Oliecrisis.

Saudi-Arabië en andere Arabische landen straften de VS en Nederland 

voor hun steun aan 

Israël met een 

olieboycot.

Camp Davidakkoord

1978: Egypte (Sadat) erkent Israël en krijgt in ruil daarvoor de Sinaïwoestijn terug.

1987-1993: eerste intifada

Opstand van Palestijnen tegen de Israëlische bezetting in de Palestijnse gebieden.

• De ongelijke strijd zorgt voor sympathie voor de Palestijnen en kritiek op Israël.

stenen tegen wapens

1993: Oslo-akkoorden

Arafat en Rabin ondertekenen een vredesakkoord.

Afspraken:

• Israël trekt zijn leger terug uit de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. 

• Israël en de PLO erkennen elkaars bestaansrecht.

• De PLO zweert geweld  af. 

• De Palestijnen krijgen zelfbestuur  (Palestijnse Autoriteit).

0

Bekijk de afbeelding.

Is de tekenaar 

positief of negatief 

over de VN?

Bekijk de afbeelding.

Heeft de tekenaar kritiek op de Palestijnen of op Israël?

Bekijk de afbeelding.

Welk probleem tussen Israëliërs en Palestijnen is op de tekening te zien?

Titel: Ik was hier eerder!

Weektaak:

- Lees 7.2

- Maak de opdrachten van 7.2 online.