Les 6

Bouwkunst in de Renaissance
Les 6
Bouwkunst in de renaissance
1 / 17
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bouwkunst in de Renaissance
Les 6
Bouwkunst in de renaissance

Slide 1 - Slide

Griekse Tempel
Fries
Kapiteel
Timpaan/ fronton
Zuil
Architraaf
Stylobaat

Slide 2 - Drag question

Wat is een palazzo?

Slide 3 - Open question

Wat is een verschil tussen een villa en een palazzo?

Slide 4 - Open question

Welke 3 soorten zuilen zijn er?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Vroeg Renaissance architectuur
Kenmerken Renaissance Palazzo:
  • Altijd 3 verdiepingen
  • Kroonlijst
  • Onderste verdieping ruwst, 3e het rustigst
  • Heel erg plat
  • Altijd een binnenplaats, hoe heet dit? 
  • Hoe heten de grote ruwe stenen? 
Een atrium
Wat zie je allemaal?
Veel combinaties zijn decoratief: rondboog & zuilarchitraaf, de rondboog ontlast het al!
Rustica's

Slide 7 - Slide

Brunelleschi: Koepel en lantaarn Dom van Florence, ca. 1420

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

  • Centraalbouw
  • Harmonische verhoudingen
  • Weinig kleur
  • Horizontale bouw
  • Klassieke elementen

Noem drie zaken, zichtbaar aan de buitenzijde van de kerk, die ontleend zijn aan de klassieke oudheid
da Sangallo: Sta Maria Carceri, 1485

Slide 10 - Slide

Welke klassieke elementen zijn terug te vinden in het gebouw? 
D. Bramante: Tempietto, ca. 1502

Slide 11 - Slide

Wat was het gevolg van de contrareformatie op de centraalbouw?

Slide 12 - Open question

Wat houdt het maniërisme in?

Slide 13 - Open question

  • Centraalbouw verdwijnt
  • Klassieke kruisvorm met langgerekt schip

Waarom maniërisme?

G. della Porta: Il Gesu, voorgevel ca, 1584
Typerend voor maniërisme: afwijkend gebruik van klassieke vormen

Slide 14 - Slide

Palladio: Villa Rotonda, 1571
Waarom maniërisme? Beschrijf wat je ziet

Slide 15 - Slide

'Indoor'- openlucht- theater naar klassiek model. 

Vernieuwing: half cirkelvormige zaal, basismodel latere operatheaters met lijsttoneel
A. Palladio: Teatro Olimpico, ca. 1585
Hoe heeft de maker geprobeerd een openlucht theater te benaderen?

Slide 16 - Slide

Vincente Smamozzi, die het theater afbouwt, past principe van perspectief toe!
Vitruviaans theater

Slide 17 - Slide