week 3 - Slavernij in Afrika

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Thema 1

Het slavernijverleden van Nederland

Slavernij in Afrika

week 3

Wat gaan we doen?

1. werken aan PO eerste deel vd les
2. Uitleg: slavernij in Afrika
3. Opdrachten maken
4. Nabespreking

doel

• onderzoek leren doen
• goede vragen leren stellen
• snappen hoe de slavenhandel begon 

PO

• opdracht 1: onderzoek doen via de site: www.slavevoyages.org 
• opdracht 2: onderzoek doen naar de slavenleider

Wat is de overeenkomst?

Wat is het verschil?

Stelling

Dat wij aan slavernij hebben gedaan is niet zo erg, als je realiseert dat zij het zelf ook deden. 

Uitleg

In de 17e en 18e eeuw was slavernij in Afrika een veel voorkomend verschijnsel

Het hebben van tot slaaf gemaakte gaf aanzien. Dus veel stamhoofden wilden ze hebben. 

Ze werden gebruikt om te werken in bijvoorbeeld de landbouw. 

werkdorpen

Relatief veel persoonlijke vrijheid

Maar aangezien de eigenaar mocht doen wat hij met zijn slaven wilde, was het als tot slaaf gemaakten ook mogelijk te eindigen als offer. 

Maar hoe kwam die eigenaar aan zijn tot slaaf gemaakten?

In oorlogen werd de overwinnaar eigenaar van de verliezer. 

Maar ook kon je jezelf als tot slaaf gemaakten verkopen in ruil voor bescherming

Of je kon tot slaaf gemaakte worden als misdadiger of schuldenaar

Maar je kon ook tot slaaf gemaakten kopen van een slavenhandelaar

Dat gold ook voor mensen 

buiten Afrika. 

vanaf 7e eeuw: Arabische slavenhandelaren

15e eeuw: Portugezen

16e eeuw: Spanjaarden

Arabieren vervoerden via routes vele miljoenen tot slaaf gemaakten naar hun gebied tot in de 20e eeuw. (vanuit Afrika, maar ook elders)

De Portugezen namen de tot slaaf gemaakten in eerste instantie aan als handelswaar en verkochten hen aan andere stammen. Later namen ze de tot slaaf gemaakten voor 'eigen gebruik' (gebaseerd op wat ze bij de Arabieren hadden gezien). 

Zo kwamen Afrikaanse tot slaaf gemaaktens overal terecht

Opdracht

Lezen blz 92 en 93 van je tekstboek

- Maken, blz. 86  vraag 5 t/m 11

-Maken, blz. 88 vraag 1 t/m 5 

- Maken blz. 89  vraag 1 t/m 3

 

Nabespreken

1| 

Nabespreken

1|

Nabespreken

1| 'Tot slaaf gemaakte' laat zien dat anderen hen tot die rol hebben gedwongen, het is een actieve omschrijving. 

Nabespreken

6| 

Nabespreken

6| Hij was een geschiedschrijver uit die periode en beschrijft hoe mensen in slavernij vervielen. In die zin is de bron betrouwbaar als je wilt aantonen of er slavernij bestond. 

Nabespreken

7| 

Nabespreken

7| Vergelijkbare bronnen vinden die het zelfde thema vertegenwoordigen 

Nabespreken

8| 

Nabespreken

8| 'de eigenaar verplicht hen tot het betalen van een vaste hoeveelheid graan, vee , kleding, zoals wij zouden doen bij een pachter' zien we ook terug bij horigheid in de middeleeuwen.

Nabespreken

9| 

Nabespreken

9| voorbeeld van een feit: 

ze dobbelden / de verliezer aanvaardt de slavernij uit vrije wil / de eigenaar verplicht hen tot het betalen van / etc

Voorbeeld van een mening: ' omdat ze geen last willen hebben van hun schaamtegevoel'

Nabespreken

2| 

Nabespreken

2| religie: de tot slaaf gemaakten werden geofferd om de doden te dienen in het hiernamaals. Daar geloofd men dus in.

    cultuur: de manier waarop de tot slaaf gemaakten werden geofferd ging gepaard met allerlei rituelen die door de cultuur bepaald werden. 

sociaal: het hebben van tot slaaf gemaakten gaf aanzien

economie: land bewerken voor opbrengsten

Nabespreken

3| 

Nabespreken

3| Voor: De bron komt uit die tijd en is gebaseerd op bronnen dicht bij de bron

   Tegen: Dapper is er nooit geweest en heeft alles van horen zeggen. 

Nabespreken

4| 

5| 

Nabespreken

4| Omdat vertalingen altijd de tekst iets veranderen. 

5| Men kende in veel gebieden in Afrika nog geen schrift. 

Stelling

Dat wij aan slavernij hebben gedaan is niet zo erg, als je realiseert dat zij het zelf ook deden. 

Dat wij aan slavernij hebben gedaan is niet zo erg, als je realiseert dat zij het zelf ook deden.

waar

niet waar

Afsluiting

• Wat heb je vandaag geleerd?
• Zijn er nog vragen?

Huiswerk

- lees 1 t/m 4 (blz 90 t/m 95)

- Schrijf van alle de stukken de 3 belangrijkste dingen op. 

- Maak verwerken 4: Trans-Atlantische slavenhandel