W3a1-Duits-01122020

Uitlegvideo
Er volgt nu een korte video met uitleg over de naamvallen (niet alleen de derde)
en een paar voorbeelden
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitlegvideo
Er volgt nu een korte video met uitleg over de naamvallen (niet alleen de derde)
en een paar voorbeelden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Und jetzt du ....

Mache die Übungen!

Slide 3 - Slide

Waar staat de eerste naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Waar staat de vierde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Waar staat de derde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Hoe vind je een bepaald zinsdeel?
zin in een andere tijd zetten
wie/wat + gez + ond
wie/wat + gez
aan/voor wie?
gezegde
lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp

Slide 7 - Drag question

Welk voorzetsel hoort niet in dit rijtje?
A
gegen
B
aus
C
bei
D
nach

Slide 8 - Quiz

Nimm noch Mal dein Buch
TB S. 37 - Meine Grammatik - 4

Bekijk de uitgangen goed!

Slide 9 - Slide

Welcher Satz ist falsch?
A
Ich gehe zu meiner Mutter.
B
Du schenkst deiner Freundin ein Buch.
C
Er ist bei sein Freund.
D
Der Buchstabe H kommt nach dem G.

Slide 10 - Quiz

Ergänze (schrijf het hele woord):
Ich wohne bei d... Tante.

Slide 11 - Open question

Ergänze (schrijf het hele woord):
Jan hat d... Lehrer das Buch gegeben.

Slide 12 - Open question

Ergänze (schrijf het hele woord):
Das Buch habe ich von mein... Vater.

Slide 13 - Open question

Ergänze:
Ich komme aus d.. Schule.

Slide 14 - Open question

Ergänze:
Der Stift ist von mein... Onkel.

Slide 15 - Open question

Ergänze:
Lina sucht nach d... Stift.

Slide 16 - Open question

Ergänze:
Du trinkst aus e........ (een) Glas.

Slide 17 - Open question

Ergänze:
Du lernst seit e.... (een) Jahr Deutsch.

Slide 18 - Open question

Ergänze:
Er sucht nach e.... Aufgabe.

Slide 19 - Open question

Eine Hilfe für die nächsten Aufgaben:

Schaue im TB auf S. 38/39

Schaue im AB auf S. 46 - 49

Slide 20 - Slide

Sleep de NLse vertaling naar het Dse woord
kennenlernen
zuhören
gespannt sein
benieuwd zijn
luisteren
leren kennen

Slide 21 - Drag question

Sleep de NLse vertaling naar het Dse woord
hilfsbereit
verständnisvoll
großzügig
behulpzaam
gul
begripvol

Slide 22 - Drag question

Sleep de NLse vertaling naar het Dse woord
der Künstler
der Zuschauer
die Aufführung
de  opvoering
de kunstenaar
de toeschouwer

Slide 23 - Drag question

Welches Wort passt?
Er findet immer eine gute ..........
A
Geschenk
B
Lösung
C
Idee
D
Wahrheit

Slide 24 - Quiz

Welches Wort passt?
Sie schickt eine ............
A
Bericht
B
Text
C
SMS
D
Handy

Slide 25 - Quiz

Welches Wort passt?
Er hat die deutsche ..........
A
Nationalität
B
Sprache
C
Grenze
D
Partnerstadt

Slide 26 - Quiz

Was bedeutet:
das Austauschprogramm

Slide 27 - Open question

Was bedeutet:
miteinander lachen

Slide 28 - Open question

Was bedeutet:
alles teilen

Slide 29 - Open question

Was bedeutet:
die Klassenfahrt

Slide 30 - Open question

Was bedeutet:
simsen

Slide 31 - Open question

Übersetze NL/D
Dat zie ik anders

Slide 32 - Open question

Übersetze NL/D:
Wij zien elkaar altijd na school

Slide 33 - Open question

Übersetze NL/D:
Je hebt gelijk

Slide 34 - Open question

Jullie hebben allemaal een onvoldoende ... (grapje!)

Slide 35 - Slide