T2 BS8 Erfelijkheidsonderzoek

Week 40
  • Introductie van Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
  • Uitleg 2.1 
Erfelijkheidsonderzoek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Week 40
  • Introductie van Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
  • Uitleg 2.1 
Erfelijkheidsonderzoek

Slide 1 - Slide

Leerdoelen basisstof 8

  • Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen
  • Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.

Slide 2 - Slide

uitlegvideo 3 minuten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

9 quizvragen

Slide 5 - Slide

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het erfelijk materiaal van het ongeboren kind NIET onderzoeken?
A
Echoscopie
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest
D
NIPT- test

Slide 6 - Quiz


Hier zie je
A
de vlokkentest
B
postnataal onderzoek
C
vruchtwater-punctie
D
NIPT-test

Slide 7 - Quiz

Bij prenataal onderzoek,
wordt er onderzoek gedaan .......
A
bij de pasgeboren baby
B
na de geboorte bij de baby en de moeder
C
voor de geboorte bij de moeder
D
voor de geboorte bij de baby

Slide 8 - Quiz

Bij een vruchtwaterpunctie wordt weefsel uit de placenta weggehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Bij welk onderzoek is er kans op een verhoogde miskraam?
A
Echoscopie
B
vruchtwaterpunctie
C
vlokkentest
D
vlokkentest en vruchtwaterpunctie

Slide 10 - Quiz

Een van de methoden van erfelijkheidsonderzoek bij ongeboren kinderen is de vlokkentest. Wat onderzoekt men bij een vlokkentest?
A
De chromosomen van placentaweefsel, afkomstig van het embryo.
B
De chromosomen van placentaweefsel, afkomstig van de moeder.
C
De samenstelling van de urine van een zwangere vrouw.
D
De samenstelling van het vruchtwater bij een zwangere vrouw.

Slide 11 - Quiz

Een andere methode van erfelijkheidsonderzoek bij ongeboren kinderen is een vruchtwaterpunctie. Wat probeert men bij een vruchtwaterpunctie op te sporen?
A
Eventuele afwijking in de bouw van de placenta.
B
Eventuele afwijking in de chromosomen van cellen die in het vruchtwater voorkomen.
C
Eventuele groeistoornissen bij het embryo
D
Eventuele schadelijke stoffen die in het vruchtwater kunnen komen.

Slide 12 - Quiz

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het geslacht van het kind bepalen?
A
Alleen bij de echoscopie
B
Bij de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie
C
Bij de echoscopie en de NIPT test
D
Bij de echoscopie, de vlokkentest, de vruchtwaterpunctie en de NIPT- test

Slide 13 - Quiz

Wat is geen reden voor erfelijkheidsonderzoek
A
Griep
B
Borstkanker
C
Diabetes
D
Syndroom van Down

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen basisstof 8

  • Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen
  • Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.

Slide 15 - Slide

Opdrachten
Huiswerk voor de volgende keer:
Alle basisstoffen afhebben. 
Huiswerk controle
De volgende les is een herhalingsles en laatste les om vragen te stellen voor de repetitie.

Slide 16 - Slide