5Ga1 - Literary terms

Literary terms
  • Plot structuur
  • Symbolen
  • Personages
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Literary terms
  • Plot structuur
  • Symbolen
  • Personages

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat voor plot heeft ELIC?
A
Non-lineair
B
Lineair

Slide 3 - Quiz

Extremely Loud & Incredibly Close
  • Oskars deel van het verhaal: lineair
  • Opa/oma's deel van het verhaal: non-lineair 
  • (5/21/63, 9/12/03)

Slide 4 - Slide

Wat is het 'conflict' in ELIC? Welke gebeurtenis brengt het verhaal in beweging?

Slide 5 - Open question

"I started to clean everything up, and that was when I noticed something else weird. In the middle of all of that glass was a little envelope, about the size of a wireless Internet card. What the? I opened it up, and inside there was a key. What the, what the? It was a weird-looking key, obviously to something extremely important, because it was fatter and shorter than a normal key. I couldn’t explain it: a fat and short key, in a little envelope, in a blue vase, on the highest shelf in his closet." (p. 37)

Slide 6 - Slide

Is dit een intern of een extern conflict?
A
Intern
B
Extern

Slide 7 - Quiz

Conflict
Oskars conflict is zowel extern als intern. 
  • Oskar start een zoektocht naar het slot waar de gevonden sleutel op past (Renaissance Expedition)
  • Oskar start een zoektocht naar een emotionele verbondenheid met zijn vader. 

Slide 8 - Slide

Wat is de 'climax' in ELIC? Wat is het keerpunt voor het plot?

Slide 9 - Open question

Climax
  • Oskar komt erachter waar de sleutel op past. (extern)
  • Oskar en de huurder graven de kist van Oskars vader op, en Oskar realiseert zich dat hij wellicht nooit zal weten hoe zijn vader is overleden. (intern)

Slide 10 - Slide

"I wish I hadn't found it." "It wasn't what you were looking for?" "That's not it." "Then what?" "I found it and now I can't look for it." I could tell he didn't understand me. "Looking for it let me stay close to him for a little while longer." "But won't you always be close to him?" I knew the truth. "No."

Slide 11 - Slide

Symbolen
Symbool: een fysiek object speelt een rol in het plot, maar heeft daarnaast ook nog een figuurlijke betekenis. 

Symbolen zijn nauw verwant aan thema's. Hoe een symbool wel/niet wordt gebruikt, kan belangrijke informatie geven over een thema. 

Slide 12 - Slide

Wat zijn belangrijke symbolen in ELIC?

Slide 13 - Open question

Welcome, 5Ga1!
Please take out your novels, a notebook and a pen. 
Today we will study some literary terms in relation to the novels as preparation for your test next week. 

Slide 14 - Slide

Opdracht
1. Welke letterlijke en figuurlijke betekenis nemen deze symbolen in het verhaal in? 
  • Sleutel
  • Deurknop
  • Nothing/Something-plekken
  • Telefoon
  • Oskars uitvindingen
2. Aan welke thema's zijn deze symbolen gerelateerd? Licht je antwoord toe.

Slide 15 - Slide

Symbool: sleutel
Letterlijk:
  • Het plot van ELIC draait, voor het grootst gedeelte, om het vinden van het slot waar de sleutel op past.
  • Oskar draagt de sleutel aan een koordje om zijn nek, dicht bij zijn hart.
Figuurlijk:
  • De sleutel geeft Oskar een doel, en door dat doel leert hij zichzelf, zijn familie én de stad beter kennen. De sleutel opent als het ware nieuwe deuren. 
  • De plek waar Oskar de sleutel bewaart symboliseert de emotionele connectie tussen Oskar en zijn vader, die verstoord is. 

Slide 16 - Slide

Symbool: deurknop
Letterlijk
  • Thomas Schell verbrandt zijn hand aan de deurknop van zijn huis in Dresden, dat verder is afgebrand. 
Figuurlijk
  • De deurknop symboliseert Thomas' trauma (het bombardement van Dresden waarin hij zijn familie en liefde verloor) 
  • De deurknop symboliseert Thomas' isolement en het wegstoppen van zijn gevoelens. 
  • Deuren kunnen altijd weer opengemaakt worden, en symboliseren ook een nieuwe kans. 

Slide 17 - Slide

Symbool: telefoon
Letterlijk
  • Oskar durfde de telefoon niet op te nemen toen zijn vader belde en miste daarmee de laatste minuten van zijn leven.
  • Oskar verstopt hierna de telefoon
Figuurlijk
  • Oskar probeert zijn schuldgevoel ten opzichte van zijn vader te verbergen, en probeert zijn moeder te beschermen door haar het laatste voice-mailbericht te onthouden. 

Slide 18 - Slide

Nothing / Something-plekken
Letterlijk:
  • Zones in het apartement waar je wel of niet kunt 'bestaan' (dwz complete privacy)
  • Er worden steeds meer Nothing-places toegevoegd.
  • De Nothing / Something-places lopen in elkaar over. 
Figuurlijk:
  • De plekken symboliseren de (toenemende) ruimte die trauma inneemt in de relatie van opa en oma. 
  • De plekken symboliseren dat trauma afgescheiden kan worden van de rest van het bestaan, en dat het negeren ervan ervoor zorgt dat het groeit. 

Slide 19 - Slide

Symbool: Oskars uitvindingen
Letterlijk
  • Oskar bedenkt allerlei dingen om orde te scheppen in de chaos van het leven. Hij wil vooral mensen beschermen tegen een nieuwe terroristische aanslag.
Figuurlijk
  • Oskar bedenkt oplossingen voor uiteenlopende problemen om met zijn angsten om te gaan. Het is een coping mechanisme voor onzekerheid. 

Slide 20 - Slide

Symbolen
  • Animal Farm: de boerderij, de windmolen, whiskey, de geboden
  • Lord of the Flies: de schelp, de bril, het vuur, de personages
  • The Kite Runner: de vlieger, het geslachte lam, de katapult, de granaatappelboom

Slide 21 - Slide

Theme
  • Central ideas or topics explored in the text - what the story is 'about'
  • Expressed through the characters' actions, words and thoughts

Symbolen zijn manifestaties van thema in het verhaal 
Conflict en climax zijn de punten in het plot waarmee het thema nauw verbonden is (maar de 'rising action' ontwikkelt het grootste gedeelte van het thema)

Slide 22 - Slide

Personages
  • Motivatie
  • Persoonlijkheid (omschrijvingen)
  • Gedrag
  • Rol in verhaal (conflict + climax)
  • Groei en ontwikkeling (begin + einde verhaal)




Slide 23 - Slide

Opdracht
  1. Kies 2 personages uit ELIC en werk de punten op de vorige slide uit. 
  2. Identificeer een thema uit je andere boek en analyseer hoe het boek dit thema onderzoekt



Slide 24 - Slide

Setting
Tijd én plaats
  • How is the setting created? Consider geography, weather, time of day, social conditions, etc.
  • What role does setting play in the story? Is it an important part of the plot or theme? Or is it just a backdrop against which the action takes place?

Slide 25 - Slide