Sinterklaas


1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson


Slide 1 - Slide

Welkom!
We gaan deze les een pepernotenquiz spelen! 

Voor meerkeuzevragen krijg je 1 pepernootpunt per goed antwoord. 
De doe-opdrachten zijn goed voor 3 pepernootpunten. 

Succes! 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan?
A
Parijs
B
Amsterdam
C
Londen
D
Myra

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het paard van Sinterklaas ?
A
Amerigo
B
Rudolf
C
Arabella
D
Pedro

Slide 5 - Quiz

Op welke datum is Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
5 December
C
24 december
D
5 november

Slide 6 - Quiz

Welke chocoladeletter wordt het vaakst verkocht?
A
M
B
S
C
D
D
B

Slide 7 - Quiz

Wat was het beroep van Sinterklaas ?
A
dominee
B
priester
C
bisschop
D
pastoor

Slide 8 - Quiz

Wat is het bekendste sinterklaasliedje?
A
Hoor wie klopt daar kinderen
B
Zie ginds komt de stoomboot
C
Sinterklaas kapoentje
D
Zie de maan schijnt door de bomen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn appeltjes van oranje?
A
appels
B
peren
C
pepernoten
D
sinaasappels/mandarijnen

Slide 10 - Quiz

In het dagelijks leven was de echte Sinterklaas:
A
Paus van het Byzantijnse Rijk
B
Bisschop van Myra
C
Handelaar in Klein Azië

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het woord Sint?
A
Het is gewoon een naam
B
Gelovige
C
Myra
D
Heilige

Slide 12 - Quiz

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Luister goed naar het verhaaltje en beantwoord de vraag.

Slide 15 - Open question

Verhaal vraag 
Luister goed: 
De bakker schrijft het volgende recept voor pepernoten:
125 gram bruine basterdsuiker
10 gram speculaaskruiden
250 gram zelfrijzend bakmeel
1/2 theelepel zout
4 eetlepels melk 

Vraag: Welk ingredient is hij vergeten?
(antwoord is boter)

Slide 16 - Slide

Luister goed naar het verhaaltje en beantwoord de vraag.

Slide 17 - Open question

Verhaaltje vraag 
Gisteravond hebben we Sinterklaas gevierd. Er waren veel kinderen. Piet, Klaas, Jurre, Mirne, Maaike en Inge. Piet heeft ook nog gestrooid. Hij strooide pepernoten, marsepein, chocoladebeestjes, Engelse drop, tumtum, spekjes en zelfs suikerhartjes. 

Vraag: Hoeveel soorten snoepgoed strooide Piet?
(Antwoord is zeven soorten)

Slide 18 - Slide

OPDRACHT 
Van ieder groepje komt er 1 iemand naar voren. 
Doe een blinddoek om en teken een piet op het bord. De winnnaar is degene die de mooiste piet tekent en dat groepje krijgt 3 pepernoten.  

Slide 19 - Slide

OPDRACHT 
Groepsopdracht:
Bedenk zoveel mogelijk woorden die rijmen op het woord dat mevrouw jullie zo dadelijk voorleest. Het groepje dat wint, krijgt 3 pepernoten. 

Slide 20 - Slide

Rijmwoord:
Paard

Slide 21 - Open question

OPDRACHT 
Maak zoveel mogelijk woorden met het woord pakjespiet

Slide 22 - Slide

Pakjespiet

Slide 23 - Open question

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Link