Softbal 4M LO2

Softbal 4M lo2
1 / 39
next
Slide 1: Slide
SportMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Softbal 4M lo2

Slide 1 - Slide

Teken in de plattegrond van het softbalveld de veldposities, hoe ze staan als er geslagen gaat worden

Slide 2 - Slide

Hoeveel posities 9 (personen) heb jij getekend?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 3 - Quiz

Hoeveel meter zit er tussen de honken?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Hoe heten de posities?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat is de slagzone?
Noem minimaal 3 herkenbaar punten

Slide 8 - Open question

Bij hoeveel slag moet je rennen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Bij hoeveel wijd krijg je een vrije loop?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Wie mag er allemaal een honk opschuiven bij een vrije loop?

Slide 11 - Open question

Omschrijf wat een gedwongen loop is

Slide 12 - Open question

Omschrijf wat een ongedwongen loop is

Slide 13 - Open question

Noem een voorbeeld van een gedwongen loop

Slide 14 - Open question

Noem een voorbeeld van een ongedwongen loop

Slide 15 - Open question

Hoe kun je iemand uitmaken met een GEDWONGEN loop?
A
Tikken
B
Branden
C
Tikken of branden
D
Branden op elk honk

Slide 16 - Quiz

Hoe kun je iemand uitmaken met een ONGEDWONGEN loop?
A
Tikken
B
Branden
C
Tikken of branden
D
Branden op elk honk

Slide 17 - Quiz

Slaan
  • Slagbeweging telt als slag. Ook als er wijd wordt gegooid of als er mis wordt geslagen
  • Recht op 3 slagballen
  • Op de eerste goede slag of 3e misslag, moet slagman lopen en wordt hij/ zij honkloper
  • Bij foutslag moet slagman nog een keer slaan
  • Bij 0 of 1 slagen telt foutslag als slag
  • Bij 2 slag heb je onbeperkt foutslag (beschermende regel veldpartij)
  • Bij een vangbal is de slagman direct uit

Slide 18 - Slide

Omschrijf wat een foutslag is

Slide 19 - Open question

Wanneer is het een foutslag?

Slide 20 - Open question

Markeer op je blaadje wat het binnenveld en wat het buitenveld is.

Slide 21 - Slide

Binnenveld
Binnenveld: Waar komt de bal tot rust?
Op goed gebied is slag
Op fout gebied is foutslag

Slide 22 - Slide

Buitenveld
Buitenveld: Waar raakt de bal het eerst de grond?
Op goed gebied is slag
Op fout gebied is foutslag

Slide 23 - Slide

Bal A is:
A
goed (slag)
B
foutslag

Slide 24 - Quiz

Bal B is:
A
Goed (slag)
B
Foutslag

Slide 25 - Quiz

Bal C is:
A
Goed (slag)
B
Foutslag

Slide 26 - Quiz

Bal D:
A
Goed (slag)
B
Foutslag

Slide 27 - Quiz

Bal E (grondbal):
A
Goed (slag)
B
Foutslag

Slide 28 - Quiz

Bal F (grondbal is)
A
Goed (slag)
B
Foutslag

Slide 29 - Quiz

Noem kenmerken van honklopen (dit kunnen er zeker 7 zijn)

Slide 30 - Open question

  • In de juiste volgorde alle honken aanraken
  • Niet inhalen,
  • Max 1 per honk.
  • Je mag op je honk blijven staan, tenzij er sprake is van een gedwongen loop.
  • Je mag altijd terugkeren naar een honk, tenzij er sprake is van een gedwongen loop.
  • Zodra je los bent van een honk mag je getikt worden, → uitzondering op honk 1, daar heb je “uitloop”.
  • Zodra je honkloper bent en er wordt een vangbal gemaakt, MOET je terug naar het honk waar je vandaan kwam. Honk aangeraakt, mag je weer door, anders kun je uitgetikt of gebrand worden.
  • Honken stelen

Slide 31 - Slide

Wat is honken stelen en wanneer mag je dit doen?

Slide 32 - Open question

Honken stelen
Op het moment dat de pitcher de bal loslaat, maak je een actie naar het volgende honk
Dit doe je om sneller een punt te kunnen maken, je komt immers dichterbij het thuishonk
Eigen risico om te lopen, dus hoe kun je deze speler uitmaken?

Slide 33 - Slide

Honken stelen uitmaken doe je door:
A
Tikken
B
Branden
C
Tikken of branden

Slide 34 - Quiz

Noem 5 manieren/ redenen wanneer iemand uit is

Slide 35 - Open question

Wat moet je als HONKLOPER doen als er een vangbal gemaakt wordt?

Slide 36 - Open question

Tactiek honklopers
  • Honken stelen, zodra pitcher de bal loslaat (risico om uitgetikt te worden). doel: dichterbij de thuisplaat te komen en puntje maken.
  • Doorlopen nadat je het honk hebt aangeraakt, dreiging naar volgende honk tenzij veldspeler dichtbij je staat en je uit kan tikken.
  • Honkspeler op honk 1 en honk 3 is er een “ideale situatie”. Bij dreiging moet er 1 een honk kunnen stelen → bij goede veldpartij van honk 1 naar honk 2.

Slide 37 - Slide

Uitleg ideale situatie honklopers

Slide 38 - Slide

Tactiek veldpartij
Bij 0 of 1 nullen uitjes:
- Meest gevaarlijke honkspeler uitmaken → die als eerste een punt tegen gaat maken.
- Anders de dichtstbijzijnde honkspeler uitmaken → Zodat je kunt gaan voor dubbelspel. Wat is dubbelspel?
- Zodra een honkspeler zijn/ haar honk los heeft, dreiging naar de speler toe, zodat deze een keuze maakt, lopen of honkvast. Zodra het honk vast is, bal ZSM naar pitcher, dan ligt het spel stil.
- Bij een vangbal, honkspelers die al doorlopen uitbranden of tikken.
Bij 2 uitjes:
- Slagman naar honk 1 uitmaken. Deze heeft geen startsnelheid, grootste kans op uitje. 

Slide 39 - Slide