Paragraaf 1.1 Waar heb je behoefte aan?

Welkom
  • Telefoons in de telefoontas
  • Ga zitten volgens je                 klassenplattegrond
  • Pak je spullen: boek, schrift, etui, rekenmachine, chromebook.

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
  • Telefoons in de telefoontas
  • Ga zitten volgens je                 klassenplattegrond
  • Pak je spullen: boek, schrift, etui, rekenmachine, chromebook.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

29 augustus
Pincode Hoofdstuk 1.  Geld moet rollen
  1. Waar heb jij behoefte aan?
  2. Kopen is kiezen?
  3. Heb je geld nodig om te ruilen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1.1 Waar heb jij behoefte aan
* Je kunt uitleggen welke verschillende behoeften er zijn.
* Je weet wat schaarste is.
* Je kent het verschil tussen goederen en diensten.
* Je weet wat "alternatief aanwendbaar" betekent en waarom je keuzes moet maken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kun je een aantal behoeften noemen van een gezin met 2 kinderen?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kun je een aantal behoeften noemen die jijzelf hebt?

Slide 5 - Mind map

Zie opgave 9.
Kun je een aantal behoeften noemen van een gezin met 2 kinderen (5 en 8 jaar)?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Behoeften
  • Primaire behoeften          basisbehoeften waar je niet zonder kunt om te  leven
  • Secondaire behoeften    overige behoeften die het leven leuker of makkelijker maken
       - normale behoeften
       - luxe behoeften

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schaarste
Schaarste ontstaat doordat er middelen nodig zijn om een goed te maken.
Daardoor kun  je niet in al je behoeften  voorzien. Hierdoor moet je keuzes maken hoe je je geld en tijd besteedt.

 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schaarse en vrije goederen
Vrije goederen zijn niet schaars, je hoeft er geen middelen voor in te zetten.
       
            zoals de zon:



                                                                          of de wind:

                                                                              

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schaarse en vrije goederen
Maar.... hoe zit het met zonne-energie en windenergie?




                                                                           

Wind = een vrij goed
.. en dit?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schaarse en vrije goederen
Maar.... hoe zit het met zonne-energie en windenergie?




                                                                           

Wind = een vrij goed
Windenergie = Schaars goed: 
         Waarom??

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schaarse en vrije goederen
Maar.... hoe zit het met zonne-energie en windenergie?




                                                                           

Wind = een vrij goed
Windenergie = Schaars goed: Er zijn middelen voor nodig om windenergie te maken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Consumeren
  • Goederen                             
       - gebruiksgoederen        
       - verbruiksgoederen       

  • Diensten                               

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Consumeren
  • Goederen                             tastbare producten
       - gebruiksgoederen        gaan vaker mee
       - verbruiksgoederen       gaan maar één keer mee

  • Diensten                               niet tastbare producten, activiteiten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Alternatief aanwendbaar
Wat betekent dat?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Alternatief aanwendbaar
Omdat je middelen beperkt zijn, moet je kiezen hoe je ze inzet. Dit noemen we alternatief aanwendbaar.
  • Geld    Koop je nieuwe schoenen, of wacht je nog even?
  • Tijd      Ga je naar de film, of ga je huiswerk maken?

Je moet dus prioriteiten stellen!...
... en prioriteiten stellen, is keuzes maken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 1 t/m 6
  • Zelf nakijken: 5 minuten
  • Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk volgende keer

Leren
Hst 1.1 blz 9, 10, 11

Maken
Hst 1.1 opgave 7 t/m 13.
Let op: opgave 8 is niet verplicht

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk volgende keer

Leren
Hst 1.1 helemaal

Maken
Hst 1.1 opgave 7 t/m 11 
Bij voorkeur op je laptop in de online omgeving
Let op: opgave 10 is niet verplicht.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is een normale behoefte?
A
half volkoren
B
fiets
C
vliegvakantie
D
Tesla Model S

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een vrij goed?
A
zonne-energie
B
water uit de kraan
C
strand
D
zuurstof in de buitenlucht

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gebruiksgoed?
A
kapper
B
elektrische fiets
C
opladen elektrische fiets
D
panini broodje

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Waarom stegen de energieprijs vorig jaar zo veel?
A
de energiemaatschappijen wilden meer verdienen
B
er waren minder middelen beschikbaar om energie te maken
C
we moesten meer middelen inzetten om het te krijgen
D
prijzen stijgen altijd

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit wat "alternatief aanwendbaar"
betekent.

Slide 27 - Open question

https://pure-energie.nl/kennisbank/stijgende-energieprijzen/

Je kunt middelen (bijvoorbeeld: tijd of geld) op verschillende manieren inzetten, je moet hierin keuzes maken want de middelen zijn beperkt.
Leerdoelen 1.1 Waar heb jij behoefte aan
* Je kunt uitleggen welke verschillende behoeften er zijn.
* Je weet wat schaarste is.
* Je kent het verschil tussen goederen en diensten.
* Je weet wat "alternatief aanwendbaar" betekent en waarom je keuzes moet maken.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk volgende keer

Leren
Hst 1.1 blz 9, 10, 11

Maken
Hst 1.1 opgave 7 t/m 13.
Let op: opgave 8 is niet verplicht

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk volgende keer

Leren
Hst 1.1 helemaal

Maken
Hst 1.1 opgave 7 t/m 11 
Bij voorkeur op je laptop in de online omgeving
Let op: opgave 10 is niet verplicht.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen H1. Geld moet rollen
Kleuren:
rood ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions