1hv - words 2.3
Translate into Dutch:
Wanneer ben je jarig?
Wanneer ben je jarig?
1 / 10
Items in this lesson
Translate into Dutch:
Wanneer ben je jarig?
Wanneer ben je jarig?
Slide 1 - Open question
Translate the sentence:
Is het donderdag vandaag?
Is het donderdag vandaag?
Slide 2 - Open question
Translate the sentence:
Dit jaar maak ik een afspraak met mijn neef.
Dit jaar maak ik een afspraak met mijn neef.
Slide 3 - Open question
Translate the sentence:
Ik was gisteravond erg moe.
Ik was gisteravond erg moe.
Slide 4 - Open question
Translate the sentence:
Gisteren was ik op tijd voor de bus.
Gisteren was ik op tijd voor de bus.
Slide 5 - Open question
Translate the sentence:
Het is dinsdag tien voor half acht.
Het is dinsdag tien voor half acht.
Slide 6 - Open question
Translate the sentence:
Het is de derde keer dat ik iets in mijn agenda schrijf.
Het is de derde keer dat ik iets in mijn agenda schrijf.
Slide 7 - Open question
Translate the sentence:
We maken een wekelijkse afspraak op woensdag en zaterdag.
We maken een wekelijkse afspraak op woensdag en zaterdag.
Slide 8 - Open question
Translate the sentence:
This calendar is from a century ago.
This calendar is from a century ago.
Slide 9 - Open question
Translate the sentence:
Stella always forgets things. She should use her diary more often.
Stella always forgets things. She should use her diary more often.
