't ex fokschaap:
Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.
- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).
- Haal er -en van af (spar-, reiz-, fiets-, juich-).
- Als de laatste letter nu een t, x, f, k, s, ch of p is (een medeklinker uit ’t ex-fokschaap),
dan eindig je het voltooid deelwoord met -t (gefietst; gejuicht).
Zo niet? Dan met een -d (gespaard, gereisd).