6V - 1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië deel 2

1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050-1302)

Deel 2/2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 24 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050-1302)

Deel 2/2

Slide 1 - Slide

Planning
Waar zijn we?
Terugblik
Uitleg Atrecht
Video
Uitleg
Huiswerkmoment
Uitleg Guldensporenslag

Slide 2 - Slide

Les 1
1.1
1/2
Les 2
1.1
2/2
Les 3
1.2
1/2
Les 4
1.2
2/2
Les 5
1.3
1/3
Les 6
1.3
2/3
Les 7
1.3
3/3
Les 8
Slot
-

Slide 3 - Slide

Onderzoeksvraag
(uit syllabus)
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?

Deelvragen (uit boek)
1) In deze paragraaf leer je wat voor boeren en burgers veranderde vanaf de 11e eeuw.
2) In deze paragraaf leer je welke stedelijke dynamiek plaatsvond in Artesië.
3) In deze paragraaf leer je hoe de Vlaamse steden opkwamen.



Welk tijdvak?
Tijd van Steden en Staten
Welke twee KA's?
  • De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
  • De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid

Slide 4 - Slide

Wat weten we nog
van vorige les?

Slide 5 - Slide

Willen jullie opdrachten bespreken?

Vragen?

Slide 6 - Slide

Atrecht
  • Tot eind 13e eeuw belangrijkste/machtigste stad van De Nederlanden
  • Start stedelijke ontwikkeling (dynamiek), 3 factoren
  • 1) Goede landbouwproductiviteit
  • 2) Schapenhouderijen op onvruchtbare grond
  • 3) Vruchtbare bodem
  • Centrum lakennijverheid
  • Stoffen verkocht in heel Europa
  • Veel werk: wevers, kooplieden, ververs.

Slide 7 - Slide

Handel in Atrecht
  • Wegennet Romeinen nog intact
  • Verbinding met jaarmarkten, laken verspreid zich over Europa
  • Atrechtse kooplieden machtiger
  • Organisaties in gilden
  • Invloed in stadsbestuur.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Maar dan
  • Eind dertiende eeuw: steden Noord-Vlaanderen en Brabant komen op. Nieuw handelscentrum?
  • Brugge
  • Atrecht positie kwijt (o.a. oorlogen in Italië)

Slide 10 - Slide

Brugge
  • Nieuw handelcentrum
  • Gunstigere ligging dan Atrecht
  • Zeeschepen komen tot Brugge
  • Verbinding met de Hanze.

Slide 11 - Slide

Verbindingen Hanze

Slide 12 - Slide

Gilden en stadsbestuur
  • Gilden krijgen invloed in stadsbestuur
  • Voorheen vooral patriciërs, wat zijn dat?
  • Vooraanstaande families
  • Stonden ver af van lagere bevolkingsklassen (heet gemeen)
  • Gewone stedelingen noem je poorters
  • Ambachtslieden klagen, over wat?
  • Corruptie en machtsmisbruik
  • Willen inspraak en meer geld
  • Waren economisch afhankelijk patriciërs, zware werkomstandigheden, zware belastingen.

Slide 13 - Slide

Opdrachten ter verwerking
Herhaling: 8, 12
Benodigde kennis: 4, 9
Oefenen bronmateriaal: 5, 6b

Allen: lezen paragraaf en maken twee van de drie onderdelen.


Slide 14 - Slide

Guldensporenslag (1)
  • = Conflict Franse koning en graaf van Vlaanderen
  • Graaf gaf trouw als leenman op, waarom?
  • Franse koning ging delen Vlaanderen bezetten en nam graaf + zoon gevangen
  • Tweedeling
  • Patriciërs steunen Franse koning
  • Ambachtslieden trouw aan graaf
  • Ambachtslieden en boeren vormen een leger.

Slide 15 - Slide

Guldensporenslag (2)
  • Slag bij Kortwijk. Frans leger is sterk, Vlamingen winnen. Dit noem je de guldensporenslag
  • Vlaanderen voor familie van de graaf, ambachtslieden krijgen invloed in de steden
  • Gilden mogen regels voor werk vaststellen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdrachten ter verwerking
Herhaling: 8, 12
Benodigde kennis: 4, 9
Oefenen bronmateriaal: 5, 6b

Allen: lezen paragraaf en maken twee van de drie onderdelen.


Slide 18 - Slide

Extra filmpjes/informatie hierna
Wat weten jullie al?

Slide 19 - Slide

Oorzaak-gevolg keten
veranderingen landbouw > verhoging productie > verkoop overschot > markten > steden>ontstaan verzorgingsgebied>
> x boeren overbodig > specialiseren > steden groter > nijverheid bloeit> handel neemt toe > internationaal > grondstoffen buitenland importeren en producten exporteren > jaarmarkten> monetaire economie ontstaat > munten en wisselbrieven betaalmiddelen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video