Pedagogiek hoofdstuk 8 paragraaf 8.1

Pedagogiek
Hoofdstuk 8 paragraaf 8.1
Wat een kind nodig heeft
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pedagogiek
Hoofdstuk 8 paragraaf 8.1
Wat een kind nodig heeft

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Terugblik
  • Huiswerk
  • Nakijken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les kan je uitleggen wanneer een kind eenkennig is.

  • Aan het eind van de les kan je de vier hechtingstypen met 2 kenmerken benoemen.

  • Aan het eind van de les kan je benoemen waarom voor een kind structuur belangrijk is.

  • Aan het eind van de les kan je benoemen wat sensitieve responsiviteit is.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

'Een kind moet zich veilig voelen om zich te kunnen ontwikkelen'

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Waar denk je aan bij 'een veilig klimaat'?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een kind hecht zich
Eenkennig
Een kind wil door steeds dezelfde persoon verzorgd worden.

Hechting
Een kind moet zich veilig voelen bij de verzorger door op hem te kunnen vertrouwen.

Hechtingsrelatie
Een hechtingsrelatie ontstaat als een kind zich veilig voelt en jouw reacties voorspelbaar zijn.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Diverse hechtingstypen
  • A-kinderen: onveilig-vermijdend gehecht

  • B-kinderen: veilig gehecht

  • C-kinderen: onveilig-afwerend gehecht

  • D-kinderen: onveilig-gedesorganiseerd gehecht

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Onveilig-vermijdend gehecht
Deze kinderen hebben meestal een onderzoekende houding.  Ze zijn snel verveeld en wisselen tussen spel. Ze reageren niet op hun verzorger die de kamer verlaat of binnenkomt.

Jongeren hebben over het algemeen meer moeite met het opbouwen van relaties. Ze hebben minder vaak een stabiele en langdurige relatie. Tijdens interactie reageren ze verveeld en afstandelijk (zelfde gedrag als kind). Ze gaan met stress om door het te negeren of ontkennen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Veilig gehecht
Kinderen laten een balans zien tussen ondernemend gedrag en hechtingsgedrag.
Als de verzorger in de buurt is, gaan ze rustig hun gang. Zodra de verzorger de ruimte verlaat, kan het kind angstig reageren, maar bij terugkomst is het kind rustig en gaat hij verder.


Jongeren gaan makkelijke lange en stabiele relaties aan. De relaties kenmeken zich door vertrouwen en vriendschap. In stressvolle stiuaties zoeken ze steun bij anderen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Onveilig-afwerend gehecht
Kinderen blijven meer dan gewoon aan de verzorger hangen. Ze reageren heftig als de verzorger de ruimte verlaat. Zodra ze alleen zijn zullen ze niets tot weinig ondernemen. Als de verzorger terugkeert reageren ze eerst boos en afwerend.

Jongeren bouwen moeilijker relaties op. Relaties zijn gebaseerd op angst om verlaten te worden. Ze proberen mensen zo dichtbij mogelijk te houden en zijn obsessief bezig met hun partner door hen geen moment uit het oog te verliezen of extreme jaloezie. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onveilig-gedesorganiseerd gehecht
Kinderen weten niet goed hoe ze op hun verzorger moeten reageren. Het ene moment kan hij angstig zijn en het andere moment lachen. De oorzaak kan liggen in traumatische ervaringen zoals een postnatale depressie, kindermishandeling of -misbruik.

Jongeren hebben een hogere kans op verslavingen, psychische stoornissen en geweldadigheid tegenover een partner. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 13 - Video

This item has no instructions

02:05

Welk hechtingstype herken je?
A
Onveilig-vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Onveilig gedesorganiseerd gehecht

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

02:55

Welk hechtingstype herken je?
A
Onveilig vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Onveilig-gedesorganiseerd gehecht

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

03:46

Welk hechtingstype herken je?
A
Onveilig vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Onveilig gedesorganiseerd gehecht

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht

  • Samen bekijken we we een documentaire over hechting.

  • Tijdens de documentaire beantwoord je vragen op een antwoordblad.

  • Na de documentaire bespreken we het klassikaal na!


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geef een kind een veilig gevoel
Interactie
Let goed op wat een kind je probeert duidelijk te maken.
Sensitieve responsiviteit
Je vangt signalen op, probeert het te begrijpen en reageert op signalen.
Veerkrachtig
Doorzettingsvermogen en flexibiliteit om met nieuwe situaties of stress om te gaan.
Grenzen
Regels en structuur bieden veiligheid als er grenzen zijn.
Belonen en straffen
Jonge kinderen leren meer van belonen dan straffen. Bij pubers is dit precies andersom!

Slide 18 - Slide

00:00 - 16:09
23:07 - 24:03
35:32 – 40:52
Terugblik
  • Aan het eind van de les kan je uitleggen wanneer een kind eenkennig is.

  • Aan het eind van de les kan je de vier hechtingstypen met 2 kenmerken benoemen.

  • Aan het eind van de les kan je benoemen waarom voor een kind structuur belangrijk is.

  • Aan het eind van de les kan je benoemen wat sensitieve responsiviteit is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk/nakijken
Maak paragraaf 8.1 in het werkboek.

Dinsdag 7 januari af!

Kijk de opdrachten van hoofdstuk 3 na.



Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Extra opdracht of uitdaging

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

Bekijk aflevering 4  via de link https://www.rtl.nl/gemist/de-sleutel/afleveringen/

Bekijk de fragmenten van Sunil.

Welke kenmerken zie je van onveilige gehechtheid?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Om welke hechtingstypen gaat het in de volgende casussen?

'Lisa speelt op de mat met haar auto's. Haar moeder speelt mee. Dan gaat de deurbel en staat moeder op om open te doen. Lisa kruipt naar de deur en begint hard te huilen. Haar moeder wil haar oppakken om haar te troosten maar Lisa wil niet vast worden gehouden. Ze draait zich weg van haar moeder en huilt nog harder.'
 
'Loubna speelt samen met haar vader in de poppenhoek.  Haar vader hoort de fluitketel en loopt naar de keuken. Loubna begint de huilen. Haar vader komt gauw terug en troost haar. Loubna knuffelt papa en samen spelen ze verder.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions