2HV - Les 21 PW U1

Formatief SO
VOCA UNIDAD 1 & 2
NL-SP

- Chromebook
- Wifi inloggegevens
- Remindo/magister inloggegevens
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Formatief SO
VOCA UNIDAD 1 & 2
NL-SP

- Chromebook
- Wifi inloggegevens
- Remindo/magister inloggegevens

Slide 1 - Slide

PW U 1 & 2
Lees + luister
Voca Unidad 1 81-90 NL-SP
Voca Unidad 2 1-90 NL-SP
Ser
Llamarse (& andere wederkerende ww)
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP

Slide 2 - Slide

Oefentoetsen
Socrative --> Roomname: BAKKER5564


Slide 3 - Slide

Voca
Voca U1 (81-90 NL-SP)
Voca U2 (1-90 NL-SP)

Oefen de woorden via quizlet d.m.v. naar de KLAS van je docent te gaan. Daar kan je zo vaak als je wil de woordenlijsten oefenen.

Slide 4 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
(yo)                                                
(tú)                                   
(él, ella, usted, ..)                La chica / El señor Perez / El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo
(vosotros/-as)                      Maria y tú
(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria

Oefen HIER met quizlet

Slide 5 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord + SER
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor de opdrachten

Slide 6 - Slide

Llamarse
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor opdracht 1

Klik HIER voor opdracht 2

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Enkelvoud/Meervoud
         Woord + S
      Woord + ES
_____a+s (chicas)
_____n+es (canciones)
_____o+s (chicos)
_____d+es (ciudades)
_____e+s (estudiantes)
_____l+es (hoteles)
camping+s
_____r+es (profesores)
Klinker + ES
Medeklinker + ES

Slide 11 - Slide

 
Uitzonderingen: 

El día= de dag 
El problema= het probleem 
El sistema= het systeem 
El mapa= de kaart 
La foto= de foto 
La moto= de motor 
La radio= de radio 
La mano = de hand
Lidwoorden enk/mv

  1. oefen HIER met de uitzonderingen op quizlet
  2. lidwoorden enkelvoud: klik hier
  3. lidwoord + zelfstandignw in meervoud zetten: klik hier

Slide 12 - Slide

Jezelf voorstellen

Klik hier voor de opdrachten

Slide 13 - Slide

Dit / Deze - ml/vl/ev/mv

Slide 14 - Slide

Aanwijzende vnw
  1. (DEZE)........... coche es rojo. 
  2. ¿(DIT).............. chica es Ana?
  3. ¿(DIT).............. libro es tuyo?
  4. (DEZE).............. sillas son rojas.
  5. (DEZE)............ bolígrafos son de Juan.

Slide 15 - Slide

ANTWOORDEN
  1. (DEZE)........... coche es rojo. ESTE
  2. ¿(DIT).............. chica es Ana? ESTA
  3. ¿(DIT).............. libro es tuyo? ESTE
  4.  (DEZE).............. sillas son rojas. ESTAS
  5. (DEZE)............ bolígrafos son de Juan. ESTOS

Slide 16 - Slide

Bijvoeglijk naamwoorden
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 17 - Slide

1. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -O
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 18 - Slide

2. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -E.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 19 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker verandere niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
       la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 20 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes

  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 21 - Slide

Bijvoegelijk naamwoord
Als je de uitleg op de vorige sheets hebt gelezen en begrepen, kun je de volgende opdracht maken om te oefenen.

Oefen: klik HIER om te oefenen


Ken je een woord niet? Zoek het op, maar volg vooral eerst de regel!

Slide 22 - Slide

Los números
Tot aan 30 schrijf je alles aan elkaar vast met een 'i' als verbindingswoord.

Na de 30 schrijf je alles van elkaar af en verandert de 'i' in een 'y' (wat 'en' betekent).

Denk aan de accentjes bij: 
16, 22, 23, 26

Slide 23 - Slide

Números + extra ww

Oefen HIER met quizlet


Klik HIER voor de opdrachten

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide