This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 1
Het begin van de Koude Oorlog
Slide 1 - Slide
Deelvraag
Waardoor ontstond de Koude Oorlog?
Slide 2 - Slide
Programma
Leerdoel
Terugblik
Huiswerk
Instructie
Opdrachten
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Je kunt uitleggen waarom de verhouding tussen het communistische Rusland (later de Sovjet-Unie) en het kapitalistische Westen na 1917 verslechterde.
Je kunt de belangrijkste verschillen noemen tussen een communistisch systeem en een kapitalistisch systeem.
Slide 4 - Slide
Terugblik oriëntatie
Berlijnse Muur
Amerika - Sovjet-Unie
Atoomwapens
Slide 5 - Slide
Wat zijn vier gevaren van een atoomaanval?
A
Vuur, overstroming, lawaai en aardbevingen
B
Lawaai, hagel, bliksem en elektriciteitsuitval
C
Hitte, luchtdruk, straling en radioactieve neerslag
D
Kou, rook, regen en instortende gebouwen
Slide 6 - Quiz
Wel meenemen naar schuilplaats
Niet meenemen naar schuilplaats
Zaklantaarn
verbandmiddelen
Make-upspiegel
Televisie
blikvoedsel
Fiets
batterijen
Verse melk
blikopener
Spelcomputer
Slide 7 - Drag question
Noem twee redenen waarom het atoomtijdperk een goed gekozen naam is?
Slide 8 - Open question
Negen landen met kernwapens
Amerika
Rusland
Frankrijk
Groot-Brittannië
China
Pakistan
India
Israel
Noord-Korea
Slide 9 - Slide
Eigen mening: is het gunstig dat er negen landen zijn die kernwapens hebben? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open question
Hoofdstuk 1
deel 1
Slide 11 - Slide
Eerste Wereldoorlog 1917
Rusland vecht samen met Frankrijk en Groot-Brittannië (Geallieerde) tegen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Ottomaanse Rijk (Centralen)
Rusland leidt zware verliezen, bevolking komt in opstand
In Rusland komen de communisten aan de macht
Communisten sluiten vrede met Duitsland, Frankrijk en Engeland zijn woedend
Slide 12 - Slide
Communisten aan de macht
Wat willen de communisten?
Kapitalisme in Rusland vernietigen
Iedereen is gelijk
De staat is eigenaar van alle grond en bedrijven
Landbouwbedrijven, fabrieken, spoorwegen, mijnen en banken
Eigenaren fel tegenstander van het communisme
Bloedige burgeroorlog
Communisten winnen, 1922 verandert naam van Rusland naar Sovjet-Unie
Slide 13 - Slide
In het plaatje zijn bij vier figuren nummers geplaatst. Wat stellen de figuren 1 tot en met 4 voor? Kies uit: de Russische kerk - de Russische tsaar (keizer) - Lenin (leider van de communisten) - kapitalist
Slide 14 - Open question
De tekening is gemaakt door Viktor Deni in 1920. Was Deni een aanhanger van Lenin of een tegenstander van de communisten? Waaraan kan je dat zien?
De Russische tekst betekent: Kameraad Lenin reinigt de aarde van het kwaad.
Slide 15 - Open question
Communisme
Kapitalisme
Eenpartijstaat
Meerdere partijen
Iedereen is gelijk
Gericht op individu
Iedereen verdient evenveel
Iedereen verdient verschillend
Gericht op winst maken
Productiemiddelen is van iedereen
Productiemiddelen zijn privébezit
Regering bepaalt wat bedrijven moeten maken
Zelf bepalen wat bedrijven maken
Burgers hebben weinig vrijheid
Burgers hebben veel vrijheid (godsdienst, meningsuiting, vereniging en pers)
Slide 16 - Slide
Communisme en kapitalisme
Planeconomie: De regering bepaalt wat de bedrijven moeten maken en hoeveel een product gaat kosten.
Vrijemarkteconomie: Ondernemers mogen zelf bepalen wat ze produceren en welke prijs ze voor hun producten vragen.
Slide 17 - Slide
Angst voor het communisme
Na 1922 blijft de relatie slecht tussen Sovjet-Unie en West-Europa/Amerika
In 1933 komt Hitler aan de macht en hij haat communisten, uitbreiden naar oosten
Stalin wordt bang, sluit niet-aanvalsverdrag met Duitsland, geheime afspraak om Polen te verdelen onder elkaar
West-Europa/Amerika geen vertrouwen meer in Stalin
1941 valt Duitsland Sovjet-Unie aan, Stalin wilt weer bondgenoot worden van West-Europa
Slide 18 - Slide
Westen vertrouwd niet de Sovjet-Unie
Sovjet-Unie vertrouwd niet het Westen
De Russische communisten lieten tijdens de Eerste Wereldoorlog hun bondgenoten Groot-Brittannië en Frankrijk in de steek en sloten vrede met Duitsland
Groot-Brittannië en Frankrijk lieten Hitler zes jaar lang zijn gang gaan
Stalin sloot een verdrag met Hitler om Polen onderling te verdelen
Westerse landen vochten mee in de Russische burgeroorlog om de communisten ten val te brengen
De communisten namen de bezittingen van buitenlanders in beslag
Slide 19 - Drag question
Tijd voor een verhaal
Slide 20 - Slide
Huiswerk
Lees: pagina 8, 9 en 10 (tot Samen tegen Duitsland)
Maak: Opdracht 2, 6, 7 en 8
Voorbereiding lezen: pagina 10 en 11
Slide 21 - Slide
Hoofdstuk 1
Het begin van de Koude Oorlog
Slide 22 - Slide
Deelvraag
Waardoor ontstond de Koude Oorlog?
Slide 23 - Slide
Programma
Leerdoel
Terugblik
Huiswerk
Instructie
Opdrachten
Slide 24 - Slide
Leerdoel
Je kan beschrijven hoe Europa na de oorlog werd verdeeld in twee invloedssferen en wat het verschil is tussen Oost- en West-Europa in deze periode
Je kan uitleggen waarom het bondgenootschap tussen de Sovjet-Unie en het Westen na de Tweede Wereldoorlog veranderde in een situatie van wantrouwen.
Slide 25 - Slide
Eerste Wereldoorlog 1917
Rusland vecht samen met Frankrijk en Groot-Brittannië (Geallieerde) tegen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Ottomaanse Rijk (Centralen)
Rusland leidt zware verliezen, bevolking komt in opstand
In Rusland komen de communisten aan de macht
Communisten sluiten vrede met Duitsland, Frankrijk en Engeland zijn woedend
Slide 26 - Slide
Communisten aan de macht
Wat willen de communisten?
Kapitalisme in Rusland vernietigen
Iedereen is gelijk
De staat is eigenaar van alle grond en bedrijven
Landbouwbedrijven, fabrieken, spoorwegen, mijnen en banken
Eigenaren fel tegenstander van het communisme
Bloedige burgeroorlog
Communisten winnen, 1922 verandert naam van Rusland naar Sovjet-Unie
Slide 27 - Slide
Communisme
Kapitalisme
Eenpartijstaat
Meerdere partijen
Iedereen is gelijk
Gericht op individu
Iedereen verdient evenveel
Iedereen verdient verschillend
Gericht op winst maken
Productiemiddelen is van iedereen
Productiemiddelen zijn privébezit
Regering bepaalt wat bedrijven moeten maken
Zelf bepalen wat bedrijven maken
Burgers hebben weinig vrijheid
Burgers hebben veel vrijheid (godsdienst, meningsuiting, vereniging en pers)
Slide 28 - Slide
Communisme en kapitalisme
Planeconomie: De regering bepaalt wat de bedrijven moeten maken en hoeveel een product gaat kosten.
Vrijemarkteconomie: Ondernemers mogen zelf bepalen wat ze produceren en welke prijs ze voor hun producten vragen.
Slide 29 - Slide
Angst voor het communisme
Na 1922 blijft de relatie slecht tussen Sovjet-Unie en West-Europa/Amerika
In 1933 komt Hitler aan de macht en hij haat communisten, uitbreiden naar oosten
Stalin wordt bang, sluit niet-aanvalsverdrag met Duitsland, geheime afspraak om Polen te verdelen onder elkaar
West-Europa/Amerika geen vertrouwen meer in Stalin
1941 valt Duitsland Sovjet-Unie aan, Stalin wilt weer bondgenoot worden van West-Europa
Slide 30 - Slide
2b. Bekijk de bron. Bedenk twee redenen hoe deze foto werd gebruikt voor propaganda
Slide 31 - Open question
6A. Waarom waren de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie in oorlog met Duitsland gekomen? Geef voor de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie een aparte reden.
Slide 32 - Open question
West-Europa
Oost-Europa
kapitalisme
Sovjet-Unie
dictatuur
Verenigde Staten
Markteconomie
communisme
democratie
plan-economie
Slide 33 - Drag question
West-Europa
Oost-Europa
Iedereen heeft evenveel
Fabrieken en grond zijn privébezit
Loon: wat iemand presteert
Productiemiddelen zijn van de staat
Eén-partij-stelsel
Loon: wat iemand nodig heeft
Groot verschil tussen arm en rijk
Meerdere partijen
Slide 34 - Drag question
8. Klassikaal
Een arbeider werkt in een fabriek en heeft acht kinderen. Deze arbeider kiest voor het communisme/kapitalisme omdat......
Een arbeider heeft een slim huishoudelijk apparaat uitgevonden. Deze arbeider kiest voor het communisme/kapitalisme omdat......
Een arbeider kan per dag twee keer zoveel stenen verwerken als zijn collega's. Deze arbeider kiest voor het communisme/kapitalisme omdat.......
Een arbeider heeft een hartafwijking waardoor hij maar vier uur per dag kan werken. Deze arbeider kiest voor het communisme/kapitalisme omdat......
Slide 35 - Slide
Hoofdstuk 1
deel 2
Slide 36 - Slide
Leerdoel
Je kan beschrijven hoe Europa na de oorlog werd verdeeld in twee invloedssferen en wat het verschil is tussen Oost- en West-Europa in deze periode
Je kan uitleggen waarom het bondgenootschap tussen de Sovjet-Unie en het Westen na de Tweede Wereldoorlog veranderde in een situatie van wantrouwen.
Slide 37 - Slide
Samen tegen Duitsland
1941 valt Hitler Sovjet-Unie aan, operatie Barbarossa
Keerpunt in de oorlog, Duitsland verliest voor het eerst
Vele doden Sovjet-Unie, eind 1943 20 miljoen
Stalin vraagt Westerse bondgenoten om hulp
Slide 38 - Slide
Samen tegen Duitsland
4 februari 1945 ontmoeten deze wereldleiders elkaar in Jalta (huidig Oekraïne).
Hier worden plannen gemaakt na WO II
Gesprekken verlopen over het algemeen in goede sfeer
Slide 39 - Slide
Maak de zin af: Stalin wantrouwde de Amerikanen en Britten, omdat....
A
zij hem beschuldigden van samenwerking met Hitler
B
zij liever vrede wilden sluiten met Duitsland
C
zij pas in 1944 pas echt tegen Duitsland gingen vechten en ze jarenlang alleen de Sovjet-Unie lieten doen
D
zij hem nooit wilden helpen tegen Duitsland
Slide 40 - Quiz
Maak de zin af: Churchill wantrouwde de Sovjet-Unie, omdat......
A
de Sovjet-Unie weigerde om tegen Duitsland te vechten
B
dit land een niet-aanvalsverdrag met Hitler had afgesloten en ook een stuk van Polen had ingepikt
C
Stalin Churchill persoonlijk had beledigd
D
Churchill tegen communisme was en liever met Hitler samenwerkte
Slide 41 - Quiz
Van bondgenoot naar vijand
Juli '45: geallieerden overleggen over toekomst Duitsland
Conferentie van Potsdam
Leiders worden het over aantal dingen eens, maar zeker niet alles
Slide 42 - Slide
Van bondgenoot naar vijand
Geallieerden delen Duitsland en Berlijn in bezettingszones
Iedere zone zorgt zelf dat Duitsland democratie wordt
Zone zorgt zelf voor opsporen nazi's, Duitse leger ontwapenen en oorlogsindustrie verdwijnen