M5 BS 6 deel 1

BS 6
Drijven of zinken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

BS 6
Drijven of zinken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat massa en volume zijn en je kent de symbolen die erbij horen.
  • Je kunt massa's en volumes omrekenen.
  • Je kunt uitleggen wat dichtheid betekent.
  • Je kunt de formule voor dichtheid uit het hoofd noemen en hiermee rekenen.

Slide 2 - Slide

Volume (V)
Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt. 

Dit schrijven we op in      

Het volume is dan:

Als je alles in cm invult


cm3
lengtebreedtehoogte

Slide 3 - Slide

De afmetingen van een balk zijn:
lengte = 2 cm
breedte = 3 cm
hoogte = 1 cm
Wat is het volume van de balk?
A
6cm
B
5cm
C
5cm2
D
6cm3

Slide 4 - Quiz

kan het dametje met de cm meten?

Slide 5 - Slide

Onderdompelmethode
Bedacht door Archimedes.
Wordt gebruikt om het volume van een lastig voorwerp te bepalen.
Volume =Beginstand -eindstand

1 liter = 1 kubieke decimeter
1L=1dm3

Slide 6 - Slide

Vincent gebruikt de onderdompelmethode om te kijken wat het volume is van een bepaald voorwerp.
Het waterniveau in de maatbeker stijgt met 2L.
Wat is het Volume van het voorwerp?
A
1dm
B
2dm2
C
1dm3
D
2dm3

Slide 7 - Quiz

Welk voorwerp gebruik je voor het meten van het volume van een vloeistof?
A
balans
B
centimeter
C
maatcilinder

Slide 8 - Quiz

1 Liter is hetzelfde als:
A
1 dm3.
B
0,001 mL
C
1 mL

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Je hebt 10 seconden! Wat is zwaarder? Een kilo veren of een kilo lood?
A
Veren!
B
Lood!
C
Ga weg met je stomme vraag!

Slide 12 - Quiz

De dichtheid van water is .....
A
1g/cm3
B
groter dan 1 g/cm3
C
kleiner dan 1 g/cm3

Slide 13 - Quiz

de dichtheid van water van de dode zee is ......
A
1 g/cm3
B
groter dan 1 g/cm3
C
kleiner dan 1 g/cm3

Slide 14 - Quiz

Dichtheid berekenen
Om de dichtheid van een stof te berekenen, moeten we de massa delen door het volume.


ρ=vm
Dichtheid=VolumeMassa

Slide 15 - Slide

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe kleiner de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 16 - Slide

De formule voor dichtheid is
A
massa : volume
B
volume : massa
C
voluma x massa

Slide 17 - Quiz

wat is de formule voor dichtheid?

Slide 18 - Open question

De massa is 12 gram
het volume is 2 cm3.
wat is de dichtheid?
A
12: 2 = 6 g/ cm3
B
12x 2 = 24 g/ cm3
C
12: 6= 2 g/ cm3

Slide 19 - Quiz

De massa = 10 g.
Het volume = 5 cm3.
Wat is de dichtheid?
A
5 : 10 = 0,5 g/cm3
B
10 : 5 = 2 g/cm3
C
5 x 10 = 50 g/cm3

Slide 20 - Quiz

Volume duiden we aan met de letter...

Slide 21 - Open question

Karin kookt pasta. Ze doet een beetje olijfolie bij het water en ziet dit drijven bovenop het water.
Heeft de olie een hogere, of lagere dichtheid dan water?
A
Hoger
B
Lager

Slide 22 - Quiz