Gatenvragen: When Posh Met Poor

1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today: 

  • Uitleg en oefenen met gapfilling
  • Oefening met woorden die vaak in examens voorkomen. 

Slide 2 - Slide

2 soorten "gaten" vragen: 
  • Gatenvragen op signaalwoorden:
Vragen waar de antwoorden uit 4 signaalwoorden bestaan.

  • “echte” gatenvragen

Slide 3 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 4 - Slide

Stap 1: schrijf de betekenis erbij
  • A quite realistic
  • nogal realistisch 
  • B rather balanced
  • nogal in balans
  • C really complicated
  • heel erg ingewikkeld
  • D very one-sided
  • van 1 kant bekeken

Slide 5 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 6 - Slide

When Posh met Poor

Slide 7 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 8 - Slide

1

Slide 9 - Slide

1

Slide 10 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 11 - Slide

1

Slide 12 - Slide

When Posh met Poor
Vraag 1
A
quite realistic
B
rather balanced
C
really complicated
D
very one-sided

Slide 13 - Quiz

Vraag 2. 
  • echter
  • op dezelfde manier
  • bovendien
  • daarom

Slide 14 - Slide

Gatenvragen op signaalwoorden
Bestaat uit 4 signaalwoorden. 
Stap 1: staat het antwoord voor voorbeeld erbij? Zo ja, is het een voorbeeld? 
Stap 2: is het een tegenstelling? = positief / negatief
Stap 3: is het een uitbreiding? = twee redenen
Stap 4: nog geen antwoord? Vertalen en het woord ertussen zetten, kies de meest logische. 

Slide 15 - Slide

Vraag 2. 
  • echter
  • op dezelfde manier
  • bovendien
  • daarom

Slide 16 - Slide

2

Slide 17 - Slide

2

Slide 18 - Slide

When Posh met Poor
Vraag 2
A
however
B
likewise
C
moreover
D
therefore

Slide 19 - Quiz

When Posh met Poor, vraag 3:
'echte' gatenvraag of gatenvraag op signaalwoorden?
A
Echte gatenvraag
B
Gatenvraag op signaalwoorden

Slide 20 - Quiz

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 21 - Slide

Stap 1: schrijf de betekenis erbij
  • A independent
  • onafhankelijk / zelfstandig
  • B romantic
  • romantische
  • C traditional
  • traditioneel / ouderwets

Slide 22 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 23 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 24 - Slide

3

Slide 25 - Slide

Echte Gatenvragen 
Stap 1: schrijf de betekenis erbij
stap 2: titel, plaatje, intro = grote lijn
stap 3: lees tot het gat + 1 zin
stap 4: positief/negatief
Stap 5: niet gelukt? gokken op de grote lijn. 

Slide 26 - Slide

3

Slide 27 - Slide

When Posh met Poor
Vraag 3
A
independent
B
romantic
C
traditional

Slide 28 - Quiz

Is deze examentraining nuttig voor jou?

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

De volgende woorden staan niet in je reader. 
Ze komen vaak voor in eindexamens. 
Dus handig om te onthouden!

Slide 30 - Slide

purpose
A
opzettelijk
B
doel
C
misschien
D
alhoewel

Slide 31 - Quiz

achieve
A
werken
B
instemmen met
C
bereiken
D
het is maar goed dat

Slide 32 - Quiz

develop
A
ontwikkelen
B
aantrekken
C
duidelijk
D
opvoeding

Slide 33 - Quiz

violence
A
vriendelijk
B
onderzoek
C
geweld
D
in elkaar slaan

Slide 34 - Quiz

average
A
op leeftijd
B
oudere
C
bos
D
gemiddelde

Slide 35 - Quiz

common
A
computerprogramma
B
website
C
forens
D
gewoon

Slide 36 - Quiz