nieuwe samenlevingen HC1 Het Britse Rijk

Het Britse Rijk
Tijdsperiode: 1585 - 1900

HC = Historische Context - onderwerp dat je door en door moet kennen voor het examen (65-75% van examenvragen)

3 Historische Contexten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Het Britse Rijk
Tijdsperiode: 1585 - 1900

HC = Historische Context - onderwerp dat je door en door moet kennen voor het examen (65-75% van examenvragen)

3 Historische Contexten

Slide 1 - Slide

 HC1    Het Britse Rijk
Per historisch context 3 leidende vragen:
eerste leidende vraag:
- Op welke manieren ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika's? 1588 - 1833




Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt aan het eind van de les een motief noemen van de Britten om kolonies te stichten in Noord-Amerika.
  • Je kunt aan het eind van de les in je eigen woorden uitleggen wat een plantageeconomie is.

Lesdoelen:

- Je kunt 3 motieven beschrijven om in de 17de eeuw naar Amerika te verhuizen
- Je kunt beschrijven hoe de contacten tussen kolonisten en indianen zich ontwikkelden
- Je kunt verklaren waarom de komst van kolonisten leidde tot een snelle afnamen van de Indianen

Slide 3 - Slide

Motieven voor kolonisatie
Motieven om naar Noord-Amerika te gaan:

- mogelijke rijkdommen zoals goud en zilver, andere handelswaar.
- een nieuwe onbekende route naar Azië.
- het gebied gebruiken als uitvalsbasis in een oorlog tegen de Spanjaarden die in Zuid-Amerika veel koloniën hadden.
Aan de oostkust werden koloniën gesticht.
Opdracht 2

Slide 4 - Slide

Plantages in Virginia
Kolonisatie van Noord-Amerika lijkt eerst te mislukken.

De grondstoffen waarop gehoopt werd waren er niet

Geen goud en geen specerijen. 

Wel werd er een kleine hoeveelheid
tabak verbouwt door de indanen. 



Slide 5 - Slide

Plantages in Virginia
Deze vondst doet de plantage-economie opbloeien. 

Tabaksexport van Noord-Amerika naar Europa wordt een zeer winstgevende handel. 

Al snel komt er ruzie over grondgebied tussen de kolonisatoren en de indianen. Oorlogen volgen.

Halfe bevolking van kolonisatoren wordt weggevaagd. 

Slide 6 - Slide

Maken vragen 1.1 
            1 t/m 3

Slide 7 - Slide

Pilgrim Fathers
Op de vlucht voor Jacobus I

Slide 8 - Slide

Pilgrim Fathers in New England
In 1620 stichtten de protestantse Pilgrim Fathers er een Engelse nederzetting, met als doel een geheel nieuwe samenleving te beginnen.

In 1620 kwamen de Pilgrim Fathers aan op de oostkust van Noord- Amerika. Deze groep van 150 strenge protestanten, waren naar Amerika gekomen om hun geloof op hun eigen manier te belijden. De Engelse koning had ze dit verboden, daarop waren ze gevlucht naar de Nederlanden, maar ze vonden de Nederlanden te vrij en niet strenggelovig genoeg. Vandaar dat ze vanuit de Nederlanden naar Noord- Amerika trokken.

Slide 9 - Slide

Pilgrim Fathers in New England
  • De Pilgrim Fathers stichten een kolonie die ze later New England gingen noemen.
  • Ze hoopten dat ze in New England onafhankelijk van anderen hun eigen sobere samenleving te kunnen opbouwen en hun eigen strenge manier van geloven te kunnen volgen.
  • Omdat de Pilgrim Fathers in november 1620 aankwamen, hadden ze geen tijd om voedselvoorraden aan te leggen voor de komende winter. 
  • Met behulp van de Indianen kwamen de Pilgrim Fathers hun eerste winter door.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Indianen en kolonisten

Slide 12 - Slide

Veroveraars
De veroveraars konden de indianen gemakkelijk onderwerpen, omdat:

  • de indianen niet bestand waren tegen de militaire kracht
  • er veel indianen stierven aan Europese ziektes
  • de indianen onderling oorlog voerden

Slide 13 - Slide

Van tabak naar katoenplantages
  • Noordelijke staten: handel, nijverheid belangrijkste bron inkomsten.
  • Zuidelijke staten: landbouw met plantages en familiebedrijfjes voor tabak grootse inkomstenbron en voor VS als geheel. 
  • Tabak werd in Europa tot pruim-, snuif- of rooktabak gemaakt. Tabak bleef tot lang in de 18e eeuw meer dan de helft van de export voor de kolonisten uitmaken. 
  • VS kocht hiermee uit Europa kleding, gereedschappen, werktuigen, luxere huisraad. 

Slide 14 - Slide

Driehoekshandel
Geweren, alcohol en koperen prducten
Slaven
Rietsuiker, tabak

Slide 15 - Slide

Vestigingskoloniën in het noorden

Slide 16 - Slide

Vestigingskoloniën in het noorden
De noordelijke koloniën aan de oostkust waren vestigingskoloniën, gericht op landbouw, handel en nijverheid. 
  • De koloniën in het zuiden werden agrarische samenlevingen, met grote plantages, veel intensieve slavenarbeid en weinig stadjes.
  • De koloniën in het noorden kregen alle kenmerken van vestigingskoloniën.
  • Ook daar hielden veel inwoners zich bezig met landbouw, maar wat ze produceerden was vooral bedoeld voor eigen consumptie en de plaatselijke markt. 

Slide 17 - Slide

Koloniën in Amerika 
  • Vestigingskoloniën
Handel, landbouw & nijverheid
Noordelijke koloniën
Plantagekoloniën  Zuidelijke koloniën
  • Trans-Atlantische driehoekshandel
  • Royal African Company - slaafgemaakten 

Slide 18 - Slide

Opdr. 4, 5E, 6

samen, 7 & 8

Slide 19 - Slide