Unit 4.5 compleet

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

WHAT ARE WE GOING TO DO TODAY?

Newsround                                                                                      10 min.

Weten we het nog? -  future - to be going to                        5 min.

New grammar: will / shall                                                             5 min.

Practice: Future                                                                               15 min.

Words practice: levend memory/ blooket                               20 min.

Goals for today:

- You are able to use the grammar terms correctly

 - You can mention new words you've learned.

WETEN WE HET NOG?

Oefenzinnen met  

to be going to 

op de volgende slides

TO BE GOING TO

Hoe maak je 'to be going to':

Bevestigende/gewone zinnen

Vorm:

I + am + going to + hele werkwoord

you/we/they + are + going to + hele werkwoord

he/she/it + is + going to + hele werkwoord

Bijv. I am going to visit my grandmother today.

Hoe maak je 'to be going to':

vragen

am + I + going to + hele werkwoord?

 are you/we/they + going to + hele werkwoord?

 is + he/she/it +  going to + hele werkwoord?

Bijv. Am I going to visit my grandmother today?

Hoe maak je 'to be going to':

ontkenningen

I + am not + going to + hele werkwoord
you/we/they + are not + going to + hele werkwoord
he/she/it + is not + going to + hele werkwoord

Bijv. I am not going to visit my grandmother today. 

Oh no, look! My bus is late!
I ...... arrive too late at the airport.

1. am being
2. will be
3. am going to
4. shall be

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.

Maybe I .... go home. Or maybe not. I don't know yet.

1. am going to
2. is going to
3. are going to
4. will

You _______ go on a trip

Will & Shall

Wanneer gebruik je 

Will - (op 2 manieren)

1. Als je een beslissing neemt op het moment van spreken

bijv.  I think I will call her this afternoon. 

2. Bij een wens, belofte, aanbod of verzoek 

 bijv. He will not be on time, he is always late. OF Those boxes look heavy, I will help you carry them. 

(Zin 1: je voorsptelt dat hij niet optijd komt. 

Zin 2: je biedt aan om de dozen te dragen)

Wanneer gebruik je

Shall

In vragen kun je will OF shall gebruiken:

- Shall gebruik je alleen met I en we. 

bijv.  Shall we go out or stay in?  - (je vraagt naar een mening)

Shall we go shopping this weekend?  - (je doet een voorstel)

My plane ___ (arrive) at 10pm tomorrow evening.

I ___ (not start) school tomorrow. I still have one week of vacation.
(helemaal uitschrijven!!)

___ they ___ (move) next week or the week after?

___ I ___ (help) you with moving the boxes?

Make exercise 1-6 Paragraph 4.5

In your book! Page 157

Done? Try exc. 7,9,10 or make 'versterk jezelf' online

Levend memory/BINGO

Levend memory

Twee mensen gaan memory spelen, kom naar voren.

De rest van de klas:

Kiest een partner dat niet naast je zit

Jullie kiezen een woord met de vertaling

Een iemand onthoudt de Nederlandse woord en de ander de Engelse woord

Je gaat op de stoel staan

De twee mensen voor gokken wie welke woord heeft met de vertaling

Homework: Study page 169-175