Nederlands Station 3e editie VKM1 - deel A - Lezen & woordenschat

Nederlands Station 3e editie VKM1


Deel A
Lezen & woordenschat
1 / 41
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Nederlands Station 3e editie VKM1


Deel A
Lezen & woordenschat

Slide 1 - Slide

Wat weten jullie van begrijpend lezen?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Onderwerp
Waar gaat de hele tekst over?

Maximaal 5 woorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video

Hoofdgedachte
Mini-samenvatting van de tekst in een zin.

De hoofdgedachte vind je aan het begin of aan het einde van een tekst.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Tekstdoelen
Tekstdoelen:

  • Informeren
  • Amuseren
  • Activeren
  • Instrueren
  • Overtuigen

Slide 9 - Slide

Tekstsoorten en tekstdoelen
  • Informeren: bv. nieuwsbericht, schoolboek, informatiefolder
  • Amuseren: bv. leesboek, stripverhaal
  • Activeren: bv. advertentie 
  • Instrueren: bv. recept, handleiding
  • Overtuigen: bv. ingezonden brief

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Leesstrategieen
  1. Verkennend lezen
  2. Globaal lezen
  3. Zoekend lezen
  4. Intensief lezen
  5. Studerend lezen

Slide 13 - Slide

Leesstrategieen
1. Verkennend lezen:
Je bekijkt de tekst, maar leest hem nog niet
Je let op:
  • titel
  • tussenkopjes
  • plaatjes
  • opvallende woorden

Slide 14 - Slide

Leesstrategieen
1. Verkennend lezen
Door de tekst verkennend te lezen, kun je het onderwerp van de tekst voorspellen.
Je ziet ook snel of je de tekst kunt gebruiken.

Slide 15 - Slide

Leesstrategieen
2. Globaal lezen:
Je leest de tekst helemaal door, maar je hoeft niet alles te begrijpen.
Je kunt nu controleren of je het onderwerp goed hebt voorspeld.

Slide 16 - Slide

Leesstrategieen
3. Zoekend lezen:
Deze leesstrategie gebruik je om snel antwoorden op vragen te vinden.
Let op de tussenkopjes.

Slide 17 - Slide

Leesstrategieen
4. Intensief lezen:
Deze leesstrategie gebruik je als je vragen over de tekst moet beantwoorden of als je iets moet doen (bv. eten koken met behulp van een recept).
Door intensief te lezen, weet je precies wat je moet doen.

Slide 18 - Slide

Leesstrategieen
5. Studerend lezen:
Deze leesstrategie gebruik je als je informatie uit de tekst moet onthouden, bv. voor een toets.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Tekstsoort: nieuwsbericht
Informatie over een actuele gebeurtenis
Nieuws is neutraal, zonder mening
Nieuwsberichten vind je in kranten en op websites over nieuws, zoals www.nos.nl en www.nu.nl
Een nieuwsbericht bevat veel feiten

Feiten zijn dingen die echt zo zijn en die je kunt controleren


Slide 22 - Slide

Nieuwsbericht
  • dikgedrukte kop (titel), staat vaak het onderwerp in
  • begint vaak met een plaatsnaam
  • inleiding (vaak vetgedrukt) met daarin de hoofdgedachte
  • rest van de tekst is uitwerking van de inleiding
  • vaak verdeeld in kolommen
  • soms staat erbij: 'van onze verslaggever'  of: door Piet de Graaf (voorbeeldnaam) 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Woordenboek
Woorden in een woordenboek staan altijd op alfabetische volgorde

De vorm in een woordenboek noem je de woordenboekvorm.

bv. prinsje staat bij prins
prinsen staat bij prins

Slide 27 - Slide

Woordraadstrategieen
  • woorddelen herkennen (stukjes uit het woord herkennen)
  • synoniem (een woord dat ongeveer hetzelfde betekent)
  • antoniem (het tegenovergestelde van het woord)
  • definitie (uitleg van het woord)
  • voorbeelden
  • afbeelding (plaatje)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat is een tussenkopje?
A
de titel van een tekst
B
een titel van een alinea
C
de eerste alinea
D
de laatste alinea

Slide 30 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
De laatste alinea
B
Waar de tekst vandaan komt
C
Waar de tekst over gaat
D
De schrijver

Slide 31 - Quiz

Hoelang mag het onderwerp maximaal zijn?
A
4 woorden
B
3 zinnen
C
5 woorden
D
maakt niet uit

Slide 32 - Quiz

Welke leesstrategie gebruik je als je het onderwerp wil voorspellen?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen

Slide 33 - Quiz

Tussenkopje
Bron
Titel
Alinea

Slide 34 - Drag question

Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat denk je dat het onderwerp is?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?

Slide 35 - Drag question


Wat is een nieuwsbericht?
A
een tekst over een gebeurtenis
B
een tekst met iemands mening
C
een tekst met een instructie
D
een tekst met reclame

Slide 36 - Quiz



Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 37 - Quiz

Een nieuwsbericht is een...
A
Tekstdoel
B
Alinea
C
Tekstsoort
D
Hoofdgedachte

Slide 38 - Quiz

De woorden in het woordenboek staan op alfabetische volgorde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Waar staan de woorden op alfabetische volgorde?
A
druif - peer - appel - kers
B
appel - kers - druif - peer
C
appel - peer - kers - druif
D
appel - druif - kers - peer

Slide 40 - Quiz

Waar staan de woorden in
alfabetische volgorde?
A
pizza - pannenkoek - patat
B
pannenkoek - pizza - patat
C
pannenkoek - patat -pizza
D
patat - pannenkoek - pizza

Slide 41 - Quiz