Samenvatting H1 + H2

Samenvatting 
Commercieel beleid 2
Hoofdstuk 1 + 2
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Commercieel 2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Samenvatting 
Commercieel beleid 2
Hoofdstuk 1 + 2

Slide 1 - Slide

Plaats
Personeel
Product
Presentatie
Promotie
Prijs
Alle activiteiten om de verkoop te bevorderen
Inrichten en aankleding van de winkel
Het marketinginstrument dat de winkel een gezicht geeft
Heel flexibel, je kan het makkelijk aanpassen
Het hele assortiment en het daarbij horende assortimentsbeslissingen
Het minst flexibele marketinginstrument van de marketingmix

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Een retailer biedt de consument de keuze tussen verschillende verkoopkanalen. Het ene kanaal weet niet wat het andere doet. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld de prijzen in de winkel anders zijn dan online.
A
Monochannel
B
Multichannel
C
Crosschannel
D
Omnichannel

Slide 4 - Quiz

Een retailer gebruikt twee verkoopkanalen, hij heeft een webshop en een fysieke winkel. Deze twee verkoopkanalen zijn op elkaar afgestemd, waardoor de consument zich in de winkel kan oriënteren en het vervolgens via de webshop kan kopen.
A
Monochannel
B
Multichannel
C
Crosschannel
D
Omnichannel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

E-business
E-commerce
E-tailing
Online-marketing
Marketing die via de digitale weg verloopt
Inkopen en verkopen via internet door producenten of groothandels
Alle manieren van zakendoen via internet
Inkopen en verkopen van producten via internet door retailers aan consumenten

Slide 7 - Drag question

Wat zijn nadelen van e-commerce voor de ondernemer retail?
A
Consumenten kunnen 24 uur per dag online winkelen
B
Hij moet zich veel bezighouden met logistiek.
C
Hij zich veel bezighouden met ict.
D
De servicedesk moet altijd en goed bereikbaar zijn.

Slide 8 - Quiz

Dropshipping is het verkopen via een website of webwinkel van producten..
A
Waarbij alle taken na het bestellen door een andere bedrijf worden uitgevoerd.
B
die iemand anders op voorraad heeft.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

B2B-marketing noem je ook wel..
A
Consumentenmarketing
B
Detaillistenmarketing
C
Trademarketing

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Alle taken na het moment van bestellen in de webwinkel door een ander bedrijf laten uitvoeren (dus voorraadbeheer, levering, betaling en facturatie), noem je..
A
Backoffice
B
Frontoffice
C
Dropshipping
D
Fullfillment

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is een winkelformule?
A
De manier waarop een winkel of winkelketen zijn producten aanbiedt aan de klant.
B
Alle activiteiten die als doel hebben winst te verwerven door in de wensen en behoeften van de doelgroep te voorzien

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Uit welke onderdelen bestaat de winkelformule?

Slide 17 - Open question

Zet de fasen van de productlevenscyclus in juiste volgorde.
1: Groeifase
2: Introductiefase
3: Volwassenheidsfase
4: Neergangsfase
A
B
1-2-3-4
C
2-1-3-4
D
2-1-4-3

Slide 18 - Quiz

In welke fase van de productlevenscyclus is de afzet het hoogst?
A
Introductiefase
B
Groeifase
C
Volwassenheidsfase
D
Neergangfase

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat bereken je als je uitrekent hoeveel procent van de potentiële klanten ook daadwerkelijk jouw product koopt?
A
Saneren
B
Kannibalisatie
C
Penetratiegraad
D

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Nieuw in het assortiment
Vlees van de slager
Kaasrasp bij de kaaswinkel
Afgeprijsde kerstversiering
Uitloopassortiment
Proefassortiment
Randassortiment
Kernassortiment

Slide 24 - Drag question

Bij trading up voeg je nieuwe, goedkopere productvariëteiten toe.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Wat houdt kannibalisatie in?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 29 - Quiz


Het aantal varianten binnen een groep noem je de [...] van het assortiment.
A
hoogte
B
diepte
C
breedte
D
lengte

Slide 30 - Quiz

Als je het aantal artikelen dat een winkel in voorraad heeft aanpast, dan verander je de [...] van het assortiment.
A
diepte
B
hoogte
C
breedte
D
lengte

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Productieverwantschap
Consumptieverwantschap
Koopverwantschap
brood en koffie
brood en gebak
brood en beleg

Slide 33 - Drag question

Complementaire artikelen en substitutieartikelen zijn een vorm van ...
A
Consumptieverwantschap
B
Koopverwantschap
C
Productieverwantschap

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide