samenvatting thema 6

thema 6
1 / 21
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

thema 6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voorvoegsel van heropenen?

Slide 2 - Open question

her
van de regen in de drup komen
A
de band die je met iemand hebt als je elkaar in de ogen kijkt
B
iets wat vanzelf gaat, wat je niet hebt hoeven leren
C
eerlijk zijn levert uiteindelijk het meest op
D
van het ene problem in een nog groter probleem terechtkomen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

ik
hij
wij
lopen
smurf
tekent
vallen
dansen
fiets
fluit
typt
vind
zingt

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

een enkelvoudige zin is een zin met één ... en ...

Slide 5 - Open question

persoonsvorm en onderwerp
de houding
A
iemand die tot dezelfde groep behoort of een dier dat tot dezelfde groep behoort
B
de strijd tussen mensen of dieren om de beste plek
C
iets wat vanzelf gaat, wat je niet hebt hoeven leren
D
de manier waarop je je gedraagt tegenover anderen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

spreken is zilver, zwijgen is goud
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
tegen een stootje kunnen
iemand hoeft maar een beetje te horen om te snappen wat er wordt bedoeld
het is goed als je je mond durft open te doen, maar soms is het verstandiger om even niets te zeggen
sterk zijn wanneer je in een lastige toestand komt

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het voorvoegsel van besturen?

Slide 8 - Open question

be
de soortgenoot
A
iemand die tot dezelfde groep behoort of een dier dat tot dezelfde groep behoort
B
de strijd tussen mensen of dieren om de beste plek
C
iets wat vanzelf gaat, wat je niet hebt hoeven leren
D
de manier waarop je je gedraagt tegenover anderen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

consequent
inconsequent
verbale communicatie
non-verbale communicatie
het begrip
het onbegrip
communcatie door middel van woorden
communcatie zonder woorden
als je niet doet wat je van tevoren hebt zegt
als je doet wat je van tevoren hebt gezegd
het begrijpen, kunnen inleven in een ander
het niet begrijpen, niet kunnen inleven in en ander

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het achtervoegsel van netheid?

Slide 11 - Open question

heid
Waar schrijven we de aanhalingstekens?

Slide 12 - Open question

aan het begin en aan het eind van de zin
van nature
A
iemand die tot dezelfde groep behoort of een dier dat tot dezelfde groep behoort
B
de strijd tussen mensen of dieren om de beste plek
C
iets wat vanzelf gaat, wat je niet hebt hoeven leren
D
de manier waarop je je gedraagt tegenover anderen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

nagenoeg
onbewogen
feilloos
stikdonker
afstemmen op
de roedel
de blik
het verband
het kijken
zonder fouten
als twee dingen met elkaar te maken hebben
zo goed als
zonder gevoel
heel erg donker
ervoor zorgen dat iets bij iets anders past
een groep wolven die samenleeft

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het achtervoegsel van beeldig?

Slide 15 - Open question

ig
eerlijk duurt het langst
A
sterk zijn wanneer je in een lastige toestand komt
B
tussen liht en donker in, vlak voordat de zon opkomt of vlak nadat die ondergaat
C
eerlijk zijn levert uiteindelijk het meest op
D
van het ene probleem in een nog groter probleem terechtkomen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

het territorium
afbakenen
het houvast
iets waar je je aan vast kunt houden, waar je steun aan hebt
het gebied dat een mens of dier ziet als een leefgebied
aangeven waar de grens ligt

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

een samengestelde zin is een zin met ... persoonsvormen en ... onderwerpen

Slide 18 - Open question

twee, twee
de concurrentie
A
iemand die tot dezelfde groep behoort of een dier dat tot dezelfde groep behoort
B
de strijd tussen mensen of dieren om de beste plek
C
iets wat vanzelf gaat, wat je niet hebt hoeven leren
D
de manier waarop je je gedraagt tegenover anderen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

schemerig

Slide 20 - Open question

tussen licht en donker in, vlak voordat de zon opkomt of vlak nadat die ondergaat
alhoewel is een tegenstelling
geef nog meer tegenstellingen

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions