Spaans 25 y 26 de mayo

Bienvenidos a la clase de español
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español

Slide 1 - Slide

Het spaanse alfabet
¿Cómo se escribe?

Slide 2 - Slide

Una llamada telefónica

Slide 3 - Slide

No contesta
Un momento, por favor
¿De parte de quién?
¿Cuándo volverá?
¿Desea dejar un mensaje?
¿Le puede volver a llamar?
¿Me puede llamar?
¿Me puede poner con el señor Ramos?
¿Puedo hablar con el señor Ramos?
¿Puedo tomar un recado?
Le atiende..
Hij/zij neemt niet op/antwoordt niet
Een ogenblikje a.u.b.
Wanneer komt hij/zij terug?
U spreekt met...
Met wie spreek ik?
Kan hij/zij u terugbellen?
Wilt u een boodschap achterlaten?
Kan ik een boodschap aannemen?
Kan ik de heer Ramos spreken?
Kunt  mij doorverbinden met de heer Ramos?
Kan hij/zij mij bellen?

Slide 4 - Drag question

Le llamo porque...
Gracias por su llamada.
Volveré a llamar
Le diré que usted ha llamado.
¿Quiere esperar un momento?
¿Quiere deletrear su apellido?
Dígale que es urgente e importante.
¿Quiere repetir el número?
Le pongo con el señor Ramos.
Al aparato
Wilt u uw achternaam even spellen?
Bedankt voor het bellen.
Ik zal zeggen dat u gebeld heeft.
Ik bel u omdat...
Ik zal terugbellen.
Daar spreekt u mee.
Wilt u even wachten?
Ik verbind u door met de heer Ramos.
Wilt u het nummer herhalen?
Zeg hem/haar dat het dringend en belangrijk is.

Slide 5 - Drag question

Está comunicando
Perdone, me he equivocado de número.
El señor Ramos no está.
Por favor, dígale que he llamado.
Lo pasaré
Estará mañana por la mañana.
El señor Ramos está hablando por teléfono.
¡Dígame!
Zeg hem/haar dat ik gebeld heb.
Sorry, ik heb het verkeerde nummer gedraaid.
Hij/zij is in gesprek.
Zegt u het maar!
De heer Ramos is niet aanwezig.
De heer Ramos is aan het bellen.
Hij /zij zal er morgenvroeg zijn
Ik zal het doorgeven.

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

ahora tú
libro p. 75-77

Slide 9 - Slide

cerrar
venir
abrir
repetir
llamar
herhalen
repetido
openen
abierto
sluiten
cerrado
komen
venido
bellen
llamado

Slide 10 - Drag question

Opdracht 2: 
lista de comprobación = checklist
comprobar (ue) = checken
Situatiebeschrijving:
Je werkt sinds enkele weken in een klein hotel in Spanje. Je moest vandaag de toiletruimtes van de begane grond en de eerste verdieping schoonmaken. Je vult de "lista de comprobación" in met de volgende gegevens.  
 

Slide 11 - Slide

Opdracht 2
1 Je vult de datum in waarop je de handelingen gedaan hebt
2 Je schrijft op hoe laat je begonnen bent met schoonmaken: 10.00 uur.
3 Vul je naam in op de juiste plaats
4 Je vinkt aan welke ruimtes je gepoetst hebt: toiletruimte
5 Je vinkt aan welke werkzaamheden je hebt uitgevoerd: dweilen en spiegels schoongemaakt
6 Je geeft aan : 2 uur
7 Je schrijft: het schoonmaakmiddel is op (er is geen schoonmaakmiddel)
8 Je schrijft: De toiletruimte boven moet ik nog schoonmaken maar er is geen sleutel van de ruimte
9 Je vraagt: wil jij de toiletten schoonmaken?
10 Je bedankt je collega.

Slide 12 - Slide