H3 afrondende les doel 3 t/m 5 (incl. oefentoets)

En route!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

En route!

Slide 1 - Slide

Doelen- en toetsoverzicht periode 2
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN) 

3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN) 

4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen 

5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre 

6. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord) 
2. SO 'le camping' (taaldorpboekje)


3.  GL3ABEF; 3CG
4. GL3BF/ LB extra
5. GL3D/ LB extra
6. GL3H/ LB extra


REPETITIE doel 3 t/m5 (+SO huiswerkcheck)

Slide 2 - Slide

Wat doen we vandaag?
Oefentoets doel 3 t/m 5


Slide 3 - Slide

doel 3
Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN) 

Slide 4 - Slide

Vertaal de woorden:
[1p] (In het voorjaar) ______________, on va à la mer.
A
en hiver
B
au printemps
C
en été
D
en automne

Slide 5 - Quiz

Vertaal de woorden:
[1p] Je parle déjà un peu (Arabisch) ______________.
A
l'arabique
B
l'arabasque
C
l'arabe
D
l'arabesque

Slide 6 - Quiz

Aujourd'hui, on va ___________ mes grands-parents.
On prend le train à _____________ centrale de Lyon
L'heure de _____________ est à midi
Mes grands-parents habitent dans _____________ calme de Paris
Ils habitent ________________ restaurant de mon oncle
la gare
un quartier
départ
en face du
rendre visite à

Slide 7 - Drag question

Tu vas où? 
(geef bestemming én vervoermiddel)

Slide 8 - Slide

Tu vas où? (geef bestemming én vervoermiddel)

Slide 9 - Open question

doel 4
Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen  

Slide 10 - Slide

Wanneer kwam Sébastien op het idee om fotograaf te worden? 

Slide 11 - Slide

Wanneer kwam Sébastien op het idee om fotograaf te worden?
A
Toen hij fotografen bij een atletiektoernooi zag.
B
Toen hij een fotograaf bij een voetbalwedstrijd zag.
C
Toen hij foto’s van de Tour de France maakte.

Slide 12 - Quiz

doel 5
Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre 

Slide 13 - Slide

Vervoeg de regelmatige werkwoorden in de p.c. (avoir = hulpww)
Tu (passer) _____ _______ tes vacances en France?

Slide 14 - Open question

Vervoeg de regelmatige werkwoorden in de p.c. (être = hulpww)
Ma soeur (aller) _____ _______ avec nous.

Slide 15 - Open question

Vervoeg de onregelmatige werkwoorden in de p.c. (avoir = hulpww)
Je/ j' (être) _________ ____________ en Suisse pendant les vacances

Slide 16 - Open question

Au travail: 
les devoirs 
Faire: 
  • afronden: alle opdrachten A t/m G (zie SOMtoday)
  • vragen stellen over hfst 3

Apprendre: 
  • Grandes Lignes chapitre 3CG (slim stampen/ Learnbeat)
  • Grandes Lignes chapitre 3ABEF (slim stampen/ Learnbeat)
  • Grandes Lignes chapitre 3D (slim stampen)
doel 3 t/m 5

Slide 17 - Slide

Doel bereikt?
Ik beheers de doelen 3 t/m 5


Slide 18 - Slide

Ik beheers de doelen 3 t/m 5
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Au revoir!

Slide 20 - Slide